't Was in die donkere winterdagen een gezellige drukte in de bakkerij; er werd tot 's avonds laat gewerkt en zo'n Sinter klaasfeest bracht de bakker nog aardig geld in het laadje. En al was er toen niet zoveel geld onder de mensen, ieder kocht wat en sommige rijke boerinnen sloegen in de maand de cember zoveel van die lekkere krentenbollen in, dat ze er met Nieuwjaar nog niet door waren. De broden werden in Keulse pot ten bewaard en bleven heel lang goed. Ze werden uit twee lagen deeg bereid met dik suiker en kaneel er tussen. Lekker hoor En nu wat over onze boomgaard. Die was achter de bakkerij en ongeveer een kwart hectare groot met allerlei soorten peren en appels 't Waren alle hoogstammen, want in de boomgaard liepen scha pen en die kon je met halfstammen niet hebben. De soorten peren waren, juttepeer, prinspeer, fonspeer of dirkjespeer, knolpeer, sinterklaaspeer, tesselaar, een betrek kelijk vroege stoofpeer, zeer smakelijk, de lekkerste die er ooit was. Dan nog enkele soorten, waarvan ik de naam vergeten ben De appels waren kandijappel, veentjesappel of zoete veen (bei den zoet) dan de noblesse d'avrange, zure bles genoemd en enige andere In die tijd waren de vitaminen nog niet ontdekt en de mensen aten over het algemeen niet veel vruchten, maar door die (voor die tijd) vrij grote boomgaard, kregen wij vruchten genoeg. Armoede was er niet in ons gezin, maar wij leefden toch vrij sober. Vergeleken bij nu (1964) was de levenstandaard laag. In Hoogkarspel was een groep mensen, die eigenlijk in onmense lijke omstandigheden verkeerde. Kleine, ellendige huisjes, sommige zo klein, dat ze nu in een gewone huiskamer konden staan s Winters werkeloosheid en s zomers hard werken voor een hongerloon. Zo was de toestand en niet anders, ongeveer tus sen 1890 en 1893 Voordat mijn broer Dirk een jaar of 12/13 was, had vader een inwonende knecht, zooals toen altijd het geval was en een van hen, Bram Bakker, kan ik nog goed voor m'n geest halen. Met hem was ik goede maatjes. Bram was, behalve een goede bakkers knecht, een knutselaar en als vader een karweitje had aan het hek van de boomgaard of in de schuur aan het varkenshok, dan was Bram klaar om het op een slappe dag te maken. Ook maakte hij op eigen initiatief een ratteval, geen kooi, maar een open val, waar ze van alle kanten naar toe konden komen, 't Was een platformpje van ongeveer 3 decimeter in het vierkant met er boven ook zo'n platform, waarop enige straatstenen. En als die ratten even aan de lat kwamen, waar aan het bovenste platform was bevestigd, dan viel de hemel en de rat of soms ratten waren zo plat als een schol. In het be gin werden er veel mee gevangen, maar de rat is een slim dier en ze gingen de val mijden. En Brams uitvinding had afgedaan. In de laatste jaren, dat wij in Hoogkarspel woonden mocht ik alle weken een dag te gast komen bij mijn grootouders

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 1995 | | pagina 26