Schipbreuk bij Wieringen. Het vergaan van "De Jonge Ackerman" Over strandingen en scheepsongevallen op de Zuiderzee in de buurt van Winkel is nog weinig bekend. In de 18e eeuw is tenminste één stranding beschreven waarbij Winkeler bergers nauw betrokken raakten. Op 19 januari 1735 vertrok het smakschip De Jonge Ackerman met aan het roer schipper en eigenaar Haije Ackerman; hij had aan boord enige goederen die hij had ingenomen op de rede van Texel. De goederen waren overgenomen uit het ruim van één van de grote V0Cschepen Een 'smak' was een klein schip, een echte kustvaarder die voornamelijk werd ingezet op de vaart naar de Oostzee, Engeland en Frankrijk en, zoals uit dit verhaal blijkt, ook voor het vervoer van goederen van Texelrede naar Amsterdam. Smakken, kaagen en lichterschepen waren heel geschikt voor het vervoer over de Zuiderzee van stukgoederen uit de grote V0Cschepen In de nacht van 19 op 20 januari 1735 kwam het smakschip De Jonge Ackerman voorbij Wieringen in een zware storm terecht. De archiefstukken vermelden dat 'het schip is gebleven en ver ongelukt'. Waarschijnlijk sloeg De Jonge Ackerman van zijn ankers en 'verlijerde' langzamerhand naar de ondiepe wiergronden bij Wieringen. Uiteindelijk kwam het schip muurvast te zitten op de wiervelden van Lutjewaart, waar het schip slagzij maakte, kapzeisde en zonk Zeker is, dat bij deze scheepsramp in elk geval één dode is gevallen, want de berger en jutter Cornelis Huijbertsz. uit Winkel en enkelen van zijn maten kwamen na de storm als eersten bij het schip en vonden in de kajuit het lichaam van een dode j ongeling' Het lichaam van deze jongeling is later in Winkel begraven. De smak was een kleine kustvaarder die voornamelijk werd ingezet op de vaart naar de Oostzee, Engeland en Frankrijk.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 1995 | | pagina 8