De vliegenier had zich lopend naar het vliegtuigwrak begeven
en werd daar later door soldaten van de Duitse Weermacht aange
troffen.
Wij waren als schooljongens al vroeg op de bewuste plek aanwezig
maar werden door gewapende soldaten tegengehouden bij het damhek
dat toegang gaf tot het weiland waar het vliegtuig was neer ge
komen
De Duitsers hebben toen reeds dezelfde dag al datgene wat van
het vliegtuig boven de grond uitstak, verwijderd en naar elders
afgevoerd.
Op 24 juni stonden wij na schooltijd uiteraard weer bij het dam
hek waar nog steeds soldaten de wacht hielden.
Een Duitse officier vertelde in gebroken Nederlands dat gepro
beerd zou worden de motoren en lichamen van de omgekomen vlie
geniers te bergen. Dit moest gebeuren met behulp van spring
stof.
Wij als toeschouwers werden toen onder begeleiding van de offi
cier meegenomen naar de verderop gelegen hoge brug over het
kanaal en moesten daar achter de hoge aarden oprit van de brug
gaan liggen om eventuele ongelukken te voorkomen.
Op een gegeven ogenblik werd de springstof tot ontploffing ge
bracht en zagen wij een hoge fontein van water en modder de
lucht in gaan. Enige tijd later werd ons verteld dat de motoren
te diep in de drassige grond lagen en dat deze niet geborgen
konden worden, evenmin als de vliegeniers die kennel ij k ook in
de cockpit waren omgekomen aangezien de Duitsers geen stoffe
lijke overschotten van hen hadden gevonden.
Na het vertrek van de Duitsers konden wij zien wat er nog van
het vliegtuig restte.
De naar het westen gerichte cockpit met de motoren was enkele
meters diep in de grond verdwenen ter wij de grote kuil vol met
water stond. Het midden- en staartstuk lag een kleine meter
diep in de aarde. Enkelen van ons hebben nog wat kleinere
onderdelen van het weinige dat de Duitsrs hadden achtergelaten
meegenomen
Later is de grote kuil met aarde dicht gemaakt en met gras
zaad ingezaaid.
Er stond toen nog geen boerderij op het weiland, deze is pas na
1970 gebouwd.
De plaats van het neergestorte vliegtuig is daarbij niet ver
plaatst en ligt nog op dezelfde plek als in 1941.
Overigens is er al in 1941 met toestemming van de Duitse op
perbevelhebber, door het gemeentebestuur een eenvoudig houten
kruis met daarop vermeld de namen van de omgekomen vliegeniers
op de lokatie geplaatst.
Aat Wit