- 28 -
Deze veronderstelling is juist met het oog op de vervallen
v ij ver zo gek nog niet. We hebben hier dan met de opvolgers
te maken. In de kleinste steekt een soort schiereiland het
water in. Een dammetje waar vanaf misschien de vis gevangen
werd?
Helemaal duidelijk is het nog niet allemaal. Dus is er wat
historische informatie opgevraagd in den lande over Hollandse
visvijvers in het verleden. Tot dusver is er nog geen antwoord
binnengekomen.
Wat de afgeleide benamingen betreft: het kan ook zijn dat de
Vijverweg naar de tweede generatie vijvers is genoemd, maar
in elk geval niet naar het gebied aan de overkant van De Rijd
wat al lange tijd bekend staat als De Vijver. Waarschijnlijk
heette dat in vroeger tijd De Vijverlanden (liggend achter de
naamgevers). In het Westfries is het de gewoonte om allerlei
dingen kort te zeggen waardoor namen wat verbasterd raken en
verklaringen nogal eens op het verkeerde spoor zitten.
Vrije reed, padt en dreef.
Op onze kaart wordt gesproken over de nieuwe rijweg over 't
land van Cornelis Langedijk. De oude weg liep gedeeltelijk
langs de oude vijver bij de zogenaamde vaste brug en heette
daar LangeloffswegVolgens de cahiers der belastingen in
het oud archief N.Niedorp woonde hier indertijd een Langeloff
Cornelissen op de Rijdt. Als men vroeger een weg naar iemand
noemde was dat min of meer zijn eigen pad. Het was een aardige
en praktische gewoonte die bij de kleinschaligheid paste.
Omgekeerd noemden ze jou naar een karakteristiek deel van de
omgeving, b ij voorbeeld Op de Rijdt als dat met je woning of je
land te maken had.
Een andere figuur die we hier tegenkomen is dominee Dorislaar
die in 1685 vlak bij de Kerker ij dt een stuk grond bezat dat
Dorislaars Bos werd genoemd. Bij bos hebben we hier waarschijn
lijk te denken aan rietbossen en struikgewas. Vast niet aan
hoog opgaand hout. Men moest van dominee toestemming kopen
voor vrije reed, padt en dreef, zeg maar overpad, om op de
Dorpsstraat te komen. Dat gold voor een aantal boeren.
De vaste brug die ergens in het begin van de 18e eeuw gelegd
werd tussen de nieuwe polder en de Kostverloren polder over
de brede vijver leverde uiteindelijk allerlei problemen op die
gerechtelijk moesten worden uitgemaakt.
Het ging daarbij over dammen, hoofden en schoeiingen die de
normale waterlozing zouden belemmeren.
Zo'n Jacob Egmond hoorde ongetwijfeld tot de Rijkdom zoals men
dat toen noemde. Hij was burgemeester en hoogheemraad van de
Hondsbosse. Kortom een man van gewicht en Koeman hoorde ook
zeker tot de gegoede boeren.
In elk geval krijgen de heren precies te horen waaraan ze zich
voortaan te houden hebben, hoe hun vaste brug met bijkomende
werken mag worden uitgevoerd. In geen geval dammen of schoei
ingen dwars door de oude v ij ver.
Het dossier staat bol van de Latijnse en kwasilatijnse termen
en is voor buitenstaanders niet of nauwelijks te volgen.
De inhoud doet er hier trouwens ook weinig toe.