- 19 - Eigenlijk was deze opstelling nogal onvoorzichtig, maar het was per slot oorlog en waar gehakt wordt vallen spaanders. Iedereen moet maar op zijn eigen veiligheid letten. Hongerige bezoekers. In de laatste oorlogswinter zag je voortdurend mensen uit de stad met handkarren en kinderwagens en fietsen zonder banden. Ze trokken van het ene dorp naar het andere om wat voedsel op te halen voor zichzelf en hongerige familieleden, 's Nachts sliepen ze bij de boeren in het hooi. Sommige boeren werden na de oorlog met ere genoemd zoals bijvoorbeeld Persijn van Terdiek. Over enkelen werden scham pere opmerkingen gemaakt. Bij ons thuis kwamen ze wel om een boterham vragen en ik heb gelukkig nooit gehoord dat dat geweigerd werd, ook al mis ten we wel eens wat na een bezoekje, zoals een mooi stuk zeep. Daar kon begrip voor worden opgebracht. Met zo'n stuk zeep kon ergens anders weer iets geruild worden. Tot onze grote verrassing werden we ook bezocht door een familielid uit het midden van het land die nodig eens aan moest sterken. Hij stamde uit een deftig geslacht. Lichame lijke inspanningen als een fietstocht naar Nieuwe Niedorp golden daar ongetwijfeld als ongehoord. Op een miserabel r ij wiel met antiplofbanden had hij deze achtergronden achter zich gelaten in een soort overlevingstocht. Toen hij onze keuken binnenkwam ontdekte hij meteen het schaal tje oude beschimmelde bruine bonen. Die mochten niet worden weggegooid. Dat was zonde. Hij werkte ze smakelijk naar binnen. Onder water Toen we hoorden dat de Wieringermeer onder water gezet werd zijn we gaan kijken. In de zuidwestelijke hoek, vlak bij het oude stoomgemaal, gingen we de polder in. Je zag het water over de akkers rustig en vlak als een spiegel op je af komen. Alleen bij elk dammetje maakten overlopende slootjes kleine watervalletjes. Het had wel wat van een opko mende vloed op het strand. Je moest steeds een stapje terug doen. Bij de eerste boerderij mochten we struikjes uit de tuin trekken want die zouden het anders toch niet overleven. Ik heb geloof ik wat ribes mee naar huis genomen. Ook toen de meer helemaal volgestroomd was en alles echt blank stond gingen we nog wel eens kijken. We liepen dan een stuk het water in want erg diep was het er niet. Vóór 1930 deden onze vaders dat in de toenmalige Zuiderzee, Die hoefden alleen niet bang te zijn voor slootjes, paaltjes en prikkeldraad die nu onder het oppervlak verborgen lagen. Bij wind uit het noordoosten spoelde er van alles aan. Eerst wat klein spul, maar al gauw grotere voorwerpen, losgeslagen van erven, huizen en boerderijen. Toen we de bevrijding vierden heb ik het huis versierd met W's van Wilhelmina. Ons dorp was wel niet zo geweldig oranjegezind maar de W betekende heel eenvoudig dat ons land eindelijk weer van ons zelf was.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 1995 | | pagina 20