Vader had die krantjes ook niet zo nodig want hij luisterde geregeld stiekem naar de radio die hij heel goed had ver stopt. Bovendien gebruikte hij een koptelefoon. Eigenlijk weet ik helemaal niet of hij me dit pas na de oor log heeft verteld of al eerder. Het lijkt me logisch, dat je kinderen zulke geheime zaken in gevaarlijke tijden niet aan hun neus hangt. Ik kan me nog goed herinneren hoe een Duitse vrachtauto door de Dorpsstraat reed en overal stopte om radio's in te zamelen die men verzuimd had in te leveren. Een boer in de buurt holde met de naaimachine van zijn vrouw de moestuin in omdat hij bang was dat men zo'n belangrijk apparaat ook zou meenemen. Mijn vader ontkende trouwens staalhard dat hij nog een radio had. Ik hoor het hem nog zeggen tegen die Duitser die binnen een paar tellen de deur weer uit was. Onverwachte gasten. Af en toe gebeurden er vreemde dingen in de volwassen wereld. Zo was het ons niet duidelijk waarom dat onbekende jongetje ineens bij ons logeerde en helemaal niet dat het om een joods jongetje ging. Vader had hem hem ergens vandaan met de trein opgehaald. Dat was, hoorden we later, niet helemaal zo verlopen als wenselijk was. Want jammer genoeg zat er in dezelfde coupé iemand uit het dorp die een nogal positieve kijk had op de Duitse bezetting. Het moest die persoon ongetwijfeld opvallen dat vader een kind begeleidde dat niet van hem was. Dat kind moest verder een onopvallend en teruggetrokken le ventje leiden maar was helaas met geen vier paarden in huis te houden. De Dorpsstraat trok hem aan als een magneet. In onze omgeving woonden mensen met sterke Duitse sympathie- en. Dat werd me pas duidelijk toen ik op een keer een doos vol speldjes vond. Ze waren van hout gemaakt en beschilderd met o.a. het rode kruis met daaronder de woorden Winterhilfe Deutschland. Ik mocht ze meteen teruggeven aan de verliezers. Buurtgenoten begonnen de familie er op te wij zen dat het met ons logeetje wel eens binnen de kortste keren fout kon gaan. Dus moest er voor de onvoorzichtige spring in 't veld een ander adres worden gezocht. Uiteindelijk is dat gelukt. Hij heeft de oorlog overleefd. Jaren later is hij nog eens langs geweest Een totaal andere gast werd ons door de weermacht opgedrongen. Ik heb zijn naam onthouden. Heinrich heette hij. Heinrich Ja~ kobs. Hij sliep op ons dakkamertje, hield zich rustig en was zeker geen fanatiek aanhanger van Adolf. Een gewoon soldaat die niets liever wilde dan morgen vrede en dan op staande voet naar huis. Zo waren er wel meer. Heel lang is hij trou wens niet gebleven. Over noodplees en andere zaken. Onze school werd een tijdje gevorderd omdat er zo nodig Duit sers in gelegerd moesten worden. Onze klas verhuisde toen naar de overkant, de showroom voor fietsen van Peereboom. Nieuwe fietsen waren er toch niet meer te koop dus dat kon makke lij k

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 1995 | | pagina 16