- 13 - Aan de overkant van het water zag je dan de belt liggen waar Arts zijn vuilnisschuit leegde. Elke week voer Arie met zijn schuitje door de Dorpssloot om het huisvuil op te halen. Als hij je wel aardig vond mocht je soms mee. Door de schutsluis bij de Prins Maurits was het spannend ste stuk en verder hoopte je maar dat je iets moois vond tussen alle waardeloze rommel, bijvoorbeeld een grappig flesje, een oud olielampje of een hebbedingetje waarvan de bedoeling volledig onduidelijk was. Een zoektocht op de belt leverde ook nog wel eens iets op. Na de maalderij had je de zogenaamde Kleine Rijd. Dan was het nog maar een klein stukje lopen naar het oude met riet gedekte huis van vrouw Schoen. Achter dat schilder achtige huis lag 't zwembad met vooraan het pierebadje voor de kleinsten. Daarnaast de hoge duikplank. Sommige waaghalzen doken dwars van de hoge af zo het pie rebadje in zonder hun nek te breken. Het was natuurlijk de bedoeling dat je echt het diepe in dook, de Rijd in. Maar als je nog niet kon zwemmen was dat eigenlijk verbo den terrein. Zwemmen leerde je aan de hengel bij de zwem meester. Bijna iedereen was ervan overtuigd dat hij zelf de zwemkunst niet meester was. Niemand heeft hem naar mijn weten ooit met zwembroek gezien laat staan te water. Er was een hele rij witte kleedhokjes waarvan me de ty pische wat zurige lucht is bijgebleven. Als je door de reten in de deur keek zag je in de verte de overkant van het meer. Dat was heel ver voor een kleine jongen en je wist dat het er ook diep moest zijn want het pasgegraven kanaal liep daar ook. Soms zag je een boot voorbij komen. Achter het kanaal lag een stuk oud rietland met middenin een berg achtergebleven ri'etbossen. En daar weer achter lag De V ij ver. De V ij ver was een weidegebied tussen de Noordersloot en de molen van Alewijn Ott, de molen zonder wieken. De Noordersloot is helaas bij de verkaveling verdwenen, de molen staat er gelukkig nog maar wel een beetje verfom faaid. Toen Alewijn hier de scepter zwaaide stond er een hoge paal met daarop een dynamo met 'propeller'. Daarmee werd een accu opgeladen. De stroom werd uitsluitend ge bruikt voor het belangrijkste deel van de radionieuwsbe richten: de weersverwachting. Als verantwoordelijk machi nist van het Kostverlorengemaal had je daar rekening mee te houden. Van dag tot dag. In de oorlogsjaren hing de hele bovenkant van de molen vol drogende tabaksbladeren. Eigen teelt heette dat. Molenaars verbouwden sinds jaar en dag hun eigen groenten op de eigen akker die door polderbesturen als een belangrijk deel van het loon werd beschouwd. Het leven op het oude molenerf leek door de oorlogsjaren nauwelijks beinvloed. Intussen is de omgeving bijna onherkenbaar veranderd. Een enkele keer kwamen we wel eens in deze uithoek. Vooral jongens die kiefte-eieren zochten speurden hier soms rond. Je kon er uitstekend slootjespringen. Een wat oudere buurjongen vroeg me op een keer mee te gaan om 'krantjes' te zoeken.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 1995 | | pagina 14