- 27 - 16. Feitelijk bleef ook hier, na het opwerpen van de Noorder- kolkdijk en het graven van een dijksloot nauwelijks iets over. Het stuk heette het Noorden van Fok en bovendien Welichhorn. Daarbij kunnen we denken aan een vruchtbaar stukje, een weel derige begroeiing. Misschien was dat een wat bitter grapje met een knipoog naar de 'koude hoek' oftewel Colhorn. Heel misschien was er een 'w' toegevoegd aan 'eelich' of 'eylig'; dat soort kleine veranderingen hebben we al vaker gezien in de omgeving. Als dat het geval mocht zijn zou een vroegere naam voor de Grote Braak de Eylige Wael kunnen zijn, een naam die we tegen komen bij de 14e eeuwse plannen voor een betere afwatering van het Geestmerambacht. Deze wael zal ergens tussen Colhorn en Aartwoud (Edaertswoudgelegen moeten hebben. Een niet gekozen alternatief voor de Langereis. In 1384 gaf hertog Albert toestemming voor een nieuwe afwatering van het Geestmerambacht, het gebied tussen Sint Maartenden Oudorp, Zijdewind en Schoorldam met inbegrip van de nog lang niet drooggemaakte Heerhugowaard Men had de mogelijkheid om vanuit de Waard via het riviertje de Wisene naar Mettenwael of Bobbenwael uyt te gaen, of daartussen. Bobbenwael is een braak geweest aan de oostkant van Winkel bij de knik in de dijk. Mettenwael zal zich wel ergens tussen Aartswoud en onze Dikke Paal hebben bevonden. In elk geval is er duidelijk niet voor Bobben wael gekozen. De Langereis loopt anders. Er werd echter nog een alternatief aangedragen wat het kennelijk niet heeft gehaald. Dat ging 'ter Venning' in, en vervolgens uyt tot eene sluse te Eyligerwael' Alg.Rijks Arch. GH 195). De Venning zou wel eens De Venni(c)k kunnen zijn, een plek aan de oude zijdewind naast de Schager- waard of Witsmeer, iets ten noorden van de Westermoerbeek. Gezien de ver schillende schrijfwijzen van Haringhuizen en Harenkarspel zal Vennik ook wel als Venningk of Venning gespeld zijn. Via het riviertje de Moerbeek is een vrij rechte lijn te trekken naar de kolken van Lutjewinkel, een dorpje wat pas heel laat enige omvang kreeg. Zelfs nu lijkt er in de groene ruimte nog plaats genoeg. Dit tracé zou voor een groot deel langs de noordwestelijke koggegrens heb ben gelopen, terwijl de Langereis juist de zuidoostelijke grens van onze kogge volgt. Dat lijkt niet toevallig. We wachten op commentaar.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 1994 | | pagina 28