- 19 - Zeer waarschijnlijk zijn de stenen die we dus nu nog kunnen zien afkomstig van het kerkje wat volgens tekeningen tegen de toren aan gestaan zou hebben als het niet eerder was gesloopt. Dat kerkje is gebouwd door Niedorpers onder lei ding van monniken, of misschien wel alléén door de laatsten in hun ijver om het christendom te verspreiden. Het moest een indrukwekkender bouwwerk worden dan de houten kerk die er eerder stond en daarom werden er stenen gekocht of alleen maar gehaald uit de gebieden waar de Romeinse bouwwerken (waarvan de eigenaren vertrokken waren) gesloopt konden worden. Ze haalden de stenen zeer waarschijnlijk niet uit het Eifel- gebergte waar de Romeinen het hadden gevonden voor hun ves tingen, villa's en tempels, maar de monniken vervoerden ze per schip vanuit het oorspronkelijke keizer rijk der Romeinen via Utrecht en over de Vecht of over de IJssel via Kampen en over de 'Zuderzee' naar hier. Zij voerden het niet alleen voor deze kerk aan per schip (wegen waren er, aan deze kant van de Rijn nauwelijks) maar ook voor de kerken en kerkjes die deze orde van monniken ergens anders ook nog bouwden. Uit het gebruiken van tweedehands sloopmateriaal blijkt wel dat de monniken zuinig moesten zijn, wat ook blijkt uit nu nog bestaande tufstenen kerken. Zij zaagden de tufsteen, die de Romeinen eerder uit de groe ven in het Eifelgebergte (wat een verzameling al lang ge doofde vulkanen is) gezaagd hadden voor hun gebouwen, weer passend voor hun bouwsels. En dat deden ze op de eenvoudig ste, dus goedkoopste manier, door de stenen zo groot moge lijk te laten, zodat de muren, zoals die nu nog bestaande tufstenen kerken laten zien, er daardoor nogal vreemd uit zagen. Grote en kleine stenen komen daarbij door elkaar voor in één vlakke muur. Die tweedehands stenen zijn, naar mijn idee, opnieuw uit zui nigheid gebruikt in de volgende grotere kerk en de daarbij behorende toren. Plattegrond v.d. kruiskerk met daarin getekend de middeleeuwse voorganger.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 1994 | | pagina 20