- 3 -
De Weelbrug, een belangrijke ontsluiting voor de Waarlandspolder
De polder Waarland is gelegen in de gemeente Harenkarspel en heeft een oppervlakte
van ruim 350 ha. In 1850 stonden er volgens van der AA, 30 huizen, waaronder 14
boerderijen.
De woningen en landerijen waren bereikbaar via enkele kleiwegen en landpaden. De
polder was omringd door een brede watergang of ringsloot en werd ontsloten door een
drietal verspreid liggende "overzetveren" of bootjes. Wilde men het gebied bezoeken of
verlaten met bijvoorbeeld een paard en wagen, dan kon dat via de ten noordwesten
gelegen Slootgaardpolder. Vandaar uit was er een brugverbinding met Zijdewind en met
de Speketerpolder.
Toen de Banne Harenkarspel in 1861 de belangrijkste doorgaande wegen in haar
district ging bestraten, bleef het Waarland daar nog van verstoken.
Hoewel een aantal inwoners enkele malen verzocht om eveneens een straatweg met
brug over de ringsloot te kunnen krijgen, werden de verzoeken afgewezen. Om toch iets
voor de Waarlanders te bewerkstelligen, verstrekte het Bamiebestuur een jaarlijkse
subsidie, variërend van f 50,-- tot f 100,-- voor onderhoud van het bestaande rijpad of
nog aan te leggen wegen in de polder.
De jaren verstreken en de polder behield haar kleiweg, dit tot verdriet van de inwoners.
Teneinde raad werd in het voorjaar van 1880 de hulp van Gedeputeerde Staten
ingeroepen.
In het aan Gedeputeerde Staten gerichte schrijven werd ondermeer naar voren
gebracht dat de polder Waarland dicht bevolkt was, terwijl de aldaar gevestigde school
door bijna 150 leerlingen werd bezocht. Vooral in het natte jaargetijde was het voor hen
bijkans onmogelijk om de school, wegens het ontbreken van een verharde weg, te
kunnen bezoeken.
Er moest van eikaars landerijen gebruik worden gemaakt om zich binnen de polder of
daarbuiten te kunnen verplaatsen.
Vooral het jaarlijks moeten bijdragen van f 700,-- in de lasten van het Bamiedistrict,
terwijl daar geen voordelen tegenover stonden, gaf veel ongenoegen.
De noodkreet aan Gedeputeerde Staten had succes. Het maken van de grindweg kon in
1881 worden aanbesteed. De weg werd aangelegd vanaf de ringsloot met de Woudmeer
en ging via de Speketerpolder en Slootgaardpolder door de Waarlandspolder naar de
Weel. Vandaar vond zij aansluiting op de reeds verharde weg van Verlaat naar Schagen.
Van het Ambacht van Westfriesland werd toestemming verkegen tot het overbruggen
van de Raakmaatsboezem in de Woudmeerpolder en over de zogenaamde Weel bij
Zijdewind. Hierbij werden enkele eisen gesteld ten aanzien van een onbelemmerde
doorvaart voor schepen.
Ook de Nederlandse Spoorwegen verleende toestemming tot het maken van een
overweg over de spoorlijn bij de Weel.
Opening van de Waarlandsweg en Weeibrug
"Het feest der inwijding van de nieuwe weg" vond plaats op maandag 28 augustus 1882.
Voor dit gebeuren waren alle bestuursleden van de Banne Harenkarspel, een tweetal
raadsleden van de gemeente Harenkarspel, de aannemer en opzichter, veldwachter J.
Oly en de plaatselijke onderwijzer D. Plaatsman uitgenodigd, alsmede hun echtgenotes.