- 28 -
Veldnamen met Fok komen veel voor en geven schuine of
tapse vormen aan. Eendenwijd (weid) spreekt vanzelf.
Geers en gars was een veel gebruikte landmaat.
De Blankert zou wel eens vaak onder water hebben kunnen
staan, m.a.w. blank. Dit deel ligt relatief laag en dat
geldt ook voor het volgende stuk Mosch. Het is heel ver
leidelijk om hier een oude betekenis van mos naar voren
te halen: een poel of moerassige grond. De twijfel komt
omdat de veldnaam niet erg oud (b)lijkt. Mobbes is moge
lijk een verbastering van modde wat op slik of een modder
poel duidt, maar het kan ook heel goed met iemands bijnaam
te maken hebben.
Bij de Grote - en de Kleine Dam kunnen dammen in sloten zijn
bedoeld, maar ook dijkjes of andere verhogingen.
Addingen, ook als Addinx geschreven en nogal afwijkend als
Annege, lijkt afgeleid van de geslachtsnaam Adding of per
soonsnaam Addi of Adde.
De Zij genlanden hebben te maken met het doorzijgen van kwel
water onder de Westfriese Dijk door naar de vroegere Zijger-
rijdt, eens een meertje.
Roode Butter
Van deze naam maakt ik even een apart punt, omdat er wat
meer over te vertellen valt.
Rode boter komt men af en toe tegen in oude verordeningen
ter bescherming van de kwaliteit in de boterhandel. Zo
leest men bijv. in een 14e eeewse Delftse keur:
Voert so wil die rechter ommegaen van huse te huse, die
butter te besien en moet nyement enyghe butter menghen
met Noorsche butter Deens of mit Zweedsche butter,
noch rode butter mit hoybutter.
Niermeyer J.F. Delft en Delftland blz. 82)
Op een nog al lange zoektocht naar de eigenlijke betekenis
kreeg ik van de heer P.J.C.M. Janssens uit Heemskerk een
aardig stuk uit een 17e eeuwse keur.
'Een verboth van geveruwde boter Dewyle men hoe lange hoe
meer gewaer wert dat veele huysluyden onderstaen haere blee-
cke slechte, jae geheele witte hoyboter met Orlianus, oran-
giewater ende andere coleurende materien sodanich op te
proncken, vervalschen ende root maeken, dat dezelve oog-
sch.ynnelijck schynt te wesen van de beste ende durabelste
roode boter.'
Orlianus maakte de boter echter in korte tijd 'onbeqaem' om
genuttigd te worden. Het is afkomstig uit de vrucht van een
Zuidamerikaanse boom en het wordt, volgens de heer Janssens,
nog veel gebruikt voor het kleuren van boter, kaas en
margarine. Wat dat betreft, weinig nieuws onder de zon.
De Fryske Akademy wist mij uiteindelijk te vertellen, dat
witte boter winterboter was en rode boter zomerboter.
De veldnaam in de Braakpolder had dus waarschijnlijk te maken
met de goede kwaliteit gras op dat stuk.
Jan Keuken
wordt vervolgd)