- 16 -
De Meet
Nu komen we bij de vraag of Winkelmeet als plaatsaanduiding
in onze omgeving uit iemands hoge hoed is getoverd of wel
degelijk een zinvolle betekenis had. Je zou haast zeggen,
dat men bijna wel verplicht was om iets redelijks en bestaands
te kiezen omdat anders niemand geloof zou hechten aan de
'moord' op de heilige Arnulfus in dit heidense Westfriese
gebied
Juist omstreeks 1300 zijn de meet- of madegebieden algemeen
bekend. Als we R. Rentenaar mogen volgen in een artikel
over 'Mad en Made' Naamkunde, afl.3-4, 1972) speciaal in
Westnederland; zijn er diverse benamingen in de niet al te
verre omgeving te vinden die goed vergelijkbaar zijn.
Rentenaar noemt bijv. Distelmade (naar het gehucht Disseldorp
bij Limmen), Oesdommermade (naar het gehucht Oesdom bij Heiloo)
Lymmermade bij Limmen en zo nog enkele maden tussen Heemskerk
en Alkmaar
Het gaat hier om een combinatie van nederzettingsnaam met
het oude Hollandse woord voor hooiland, waarbij we mogen
veronderstellen, dat hier sprake is van gemeenschappelijk
bezit, een belangrijk onderdeel van Mient of Meent.
Mogelijk dat sommige stukken hooi hebben geleverd aan de vee
stapel van de heer, in het algemeen zal het hooi bestemd zijn
geweest voor eigen koeien waarvan de stalmest onmisbaar was
voor het vruchtbaar houden van de akkers.
In de loop van de Late Middeleeuwen zien we een omschakeling
naar vetweider ij waarbij steeds toenemende problemen met de
waterbeheersing een belangrijke rol speelden.
De made-namen verdwijnen dan geleidelijk uit het zicht.
Op blz. 309-310 zegt voornoemde auteur, dat buiten het
Kennemer kerngebied benamingen als hierboven zeer schaars
vertegenwoordigd waren. Winkelmade zou in onze streek de
enige z ij n
In het Repertorium op de Lenen van de hofstede Egmond door
J.C.Kort wordt in 1413 land genoemd 'in Niedorpermade'
In 1500 is deze aanduiding gewijzigd in 'Niedorp'.
Kennel ij k is dat Rentenaar in 1972 ontgaan.
In het werk van Kort ontdekken we nog de 'Vercmeet' onder
Veenhuizen. Dat betekende gewoon de Stiere- of Bulleweid.
Deze meet-naam blijkt ongewijzigd. In het algemeen hadden de
Hollanders de neiging om de in hun ogen wat primitieve meet-
namen in made te veranderen. Langs onze hele kust was 'meet'
oorspronkelijk, het hoorde bij de zogenaamde kust-taal
Stoke zou vanuit zijn Zeeuwse achtergronden zo vertrouwd zijn
geweest met Winkelmeet, dat hij, in tegenstelling tot Beka
e.a., er geen behoefte aan had het te veranderen Rentenaar
blz. 293).
In een ver haalhor end bij een proces tussen Barsingerhorn en
de Schager- en Niedorperkogge over het Wad, wordt de Meeder-
brug genoemd tussen de Moerbeek en Hoorn het Horntje).
Meederbrug vooronderstelt meet of meeden dicht in de buurt.
Het lijkt dus logisch, dat de Niedorpermade, liggend tussen
meetnamen bij de Moerbeek, bij Veenhuizen en bij Winkel door
de bevolking zelf Niedorpermeet werd genoemd!