- 13 -
aanvankelijk nogal wat in de melk te brokken hadden, logen
er niet om. Beide partijen meenden rechten op Friesland te
mogen laten gelden wat uitzicht bood op een eindeloos aan
tal conflicten.
Een bisschop beschouwde zichzelf in het algemeen als de
aangewezen figuur om onbeschaafde gebieden tot iets moois
te verheffen en vond het eigenlijk te mal om over te praten
dat zo'n Hollandse graaf, niet veel meer dan een opgesierde
Friese bastaard,Friesland zou mogen besturen.
Behalve natuurlijk, als ze van dezelfde familie waren, wat
ook nog wel eens voorkwam.
Fries werd in die tijden vaak als scheldwoord gebruikt. Het
betekende ongemanierd, wreed, dom, onaangepast en wat meer
in die richting te verzinnen valt.
Na de dood van rooms-koning Willem II bij Hoogwoud, bleek
men in de omliggende landen nogal ontsteld, dat zo'n aan
zienlijk en ridderlijk persoon die overduidelijk boven de
gewone mens uitstak, zonder mededogen of respect het hoekje
om was geholpen. Zoiets deed een beschaafd volk niet.
Natuurlijk kregen de negatieve opvattingen bij allerlei
gebeurtenissen nieuw voedsel.
Toen in 1345 de eerste echte strijd ontbrandde tussen de
Hollanders met hun trawanten en de Friezen bij het bekende
Staveren werden zeer veel edelen van het leven beroofd.
Kennel ijk had de tegenstander geen enkel idee hoe nuttig
gevangenen als gijzelaars konden zijn. Zonder aanzien des
persoons werd men uit de weg geruimd, zo ook graaf Willem IV.
Het slechte verloop moest overigens ook aan eigen optreden
worden geweten anders had God de Hollanders wel aan een
overwinning geholpen. Bij Beka is te lezen, dat men de
fout had gemaakt om gewapenderhand het Odulfusklooster in
te nemen dat sinds jaar en dag nog geen kilometer westelijk
van Staveren een onmogelijke strijd voerde tegen het opruk
kend geweld van de Zuiderzee. Bisschoppelijke en pauselijke
beden om ondersteuning werden herhaaldelijk in de 14e eeuw
gehoord. De brute entree van de Hollanders was niet bepaald
christelijk te noemen. Toch moet juist het bijzondere karakter
van dit klooster een rol hebben gespeeld bij de schuldvraag.
Bij de voorbereidingen tot de militaire operatie, tegenwoordig
nog steeds bekend als 'de slag bij Warns', had men zich niet
ontzien om de handen uit te steken naar afgelegen bezittingen
van de Friese kloosters, zoals Mariengaarde op Marken. De
goederen werden in beslag genomen en de monniken gevangen.
Dat Willem nog maar kort tevoren de bisschopsstad Utrecht had
belegerd was bij zaak vergeleken met de respectloze houding
tegenover St. Odulfus..
Welvarend Staveren.
Door Van Buytenen is onderzoek verricht naar de invloed van
de grote Vroegmiddeleeuwse abdijen op Midden- of Westerlauwers
Friesland. Veel landerijen waren in bezit van Fulda, Echternach,
Prum en andere Duitse abdijen.
Er waren echter ook bezittingen van het Noordfranse St. Amand,
met name in de buurt van Staveren. Staveren aan het Vlie, de
monding van de IJssel, had een uitstekende positie in het
handelsverkeer. Er werden al vrij vroeg munten geslagen die
in de 10e en 11e eeuw overal hun weg vonden.