- 11 -
We denken dan niet aan deze streek tussen Mederablik (Medeme-
lacha in Arnulfs tijd) en de Schoorlse duinen, maar aan het
hele gebied ten westen van het Vlie de stroom die als voor
loper van de Zuiderzee langs Staveren liep) waar Friezen
woonden, dus tot aan Belgie (het Zwin) toe.
We kunnen echter ook de stamgenoten aan de andere kant van
het Vlie die in de regel als Oost (of Oist)-Friezen worden
afgeschilderd in de Hollandse kronieken van een andere kant
bekijken. Als we bedenken, dat zo ongeveer vanaf Arnulfs dood
in 993 tot ongeveer een eeuw later de Brunswijkers oftewel
de Brunonen het in die contreien voor het zeggen kregen,
kunnen we verwachten dat ze onder Oostfriezen de bevolking
van Noord-Duitsland verstonden zoals nog steeds gebruikelijk
is) en onder Westfriezen de bevolking ten westen van de Eems
Deze Brunonen zullen zeker het een en ander op schrift hebben
gesteld waarvan de sporen bij latere kroniekschrijvers een rol
zijn gaan spelen.
Het komt me voor, dat één van de oorzaken van mogelijk verkeerde
interpretaties wel eens zou kunnen liggen in een eigen kijk
op oost en west.
Een heel mooi voorbeeld hoe zelfs alle windrichtingen een
kwart slag kunnen draaien, uitgaande van het te simpele idee
dat de Rijn van het zuiden naar het noorden loopt, vinden we
bij een beroemde 13e eeuwse geleerde, Bartholomeus Anglicus
die vanuit de Duitse Maagdenburg (dicht bij Berlijn) het toen
nog weinig betekenende Holland beschrijft:
'Hollant is een cleine provincie, geleghen bi den ende
van den Rine, daer de Rijn in die zee gaet. Ende strecket
zuudwart an Brabant, ende Oostwart an Vrieslant ende noort-
wart an die Bertaensche zee zal de Noordzee zijn) ende west-
wart an Nedergallen Neder- of Noordwest Frankrijk ende
an Vlaenderen.'
De tekst gaat dan verder met een aardige beschrijving van het
kleine Holland van toen.
Een en ander is ongewijzigd en zonder ook maar een enkele op
merking van Beka oftewel Van der Beke overgenomen.
Dat is verbazingwekkend, alsof het de historicus niet paste
het aardrijkskundig beter te weten dan een buitenlandse auto
riteit. Terwijl het notabene ging over het gebied waar Beka's
historiën in hoofdzaak over handelden.
Wat de verklaring ook moge zijn, de lezer dient 'zuudwart' als
oostwaarts te lezen, 'oostwart' als noordwaarts enzovoort.
Onze Engelse Bartholomeus heeft er geen rekening mee gehouden
dat de Rijn ten noorden van Keulen langzaam maar zeker in
westelijke richting afbuigt..
Hollanders en Friezen.
Het was eigenlijk in alle tijden, maar misschien in de Late
Middeleeuwen 1000 - 1500 wel heel duidelijk, dat een
machthebber zijn gebied probeerde uit te breiden ten koste
van zwakkere buren. In het kleine Holland kwam dat proces pas
in de dertiende eeuw goed op gang.
Voortdurende twisten met de bischoppen van Utrecht die vooral