- 14 -
Het verse (zoete) water dat zo steeds door de geopende
sluisdeuren in zee liep, had het ongedierte ver genoeg
van de buitenste sluisdeuren gehouden, zodat er weinig
schade ontstond. Maar de Natte Zeedijk van de Niedorper-
kogge, ter lengte van 560 roeden, was er niet zo goed
vanaf gekomen. Deze 560 roeden dijk waren versterkt
met paalwerk, krebbingen en nog diverse uitstekende
hoofden in zee
Tijdens de inspektie op 19, 20 en 21 februari 1732 bleek
dat 't paalwerk en de hoofden op de plaatsen waar met
eb het houtwerk in het zeewater bleef staan "alles so
seer met de worm is dooreeten, dat alles kragtloos is
geworden, maar dat oock bij een sware storm uijt den
Noorden en een opstoppinge van de hooge vloet, alles
staat te worden geraseert".
Het herstel van de 560 roeden dijklichaam zou voor de
Schager - en Niedorperkogge nog wel op te brengen zijn.
Maar bij sententie van Hooge Rade d.d. 12 october 1695
was de gehele WestVriesche Omringdijck voor 20 jaar on
der een gemene contributie van 't gehele quartier ge
bracht. Maar het had wel van 1632 tot 1695 het Grote
Proces) geduurd voordat deze bestuursvorm -gemeenmaking
van de Omringdijk wat financien en toezicht betreft-
was geregeld.
Niedorp en vooral Schagen waren hier niet blij mee: het
betekende meer betalen aan onderhoudskosten en de tijden
waren al bar slecht. Alleen al in de jurisdictie van
Schagen was van de 1766^ morgen contribuerend land meer
dan 350 morgen spagestoken. Dus bijna een vijfde van het
land was verlaten en lag braak. Hiervan werd geen cent
ontvangen voor het broodnodige dijkonderhoud.
De Schager - en Niedorperkoggen bepleitten dan ook ver
mindering van hun bijdragen in de kosten van. herstel van
de schade die de paalworm in 1731 teweegbracht.
Het bedoelde dijkgedeelte dat in onderhoud bij de Niedorper
kogge was, lag tussen Kolhorn en de Boerensluis bij Lutje
winkel. Op de kaart van Geleijn Pietersz. Clooster uit 1637
van de Braeckges ende Sijgerijdt is goed te zien dat de dijk
hier bijna geen voorland meer had en dat men ter bescherming
houten paalhoofden in zee had geslagen. Op de kaart staan
er meer dan 25 ingetekend, een kostbaar stukje dijk dus.
Tussen de Boerensluis en de W ij sent had de dijk nog voldoende
voorland; hier waren halverwege de 17e eeuw nog geen paal
hoofden geslagen
Jan Smit
Voornoemde kaart staat in kleur afgebeeld op blz. 23-24 van Schilstra's
"in de ban van de dijk".
In ons volgende nummer zal deze kaart nog uitgebreid ter sprake komen
in een artikel over de veldnamen in de Braakpolder.