- 23 -
Wat navragen in die richting leverde tot dusver geen enkele
aanwijzing op
Dan blijft ons nog een bijzondere mogelijkheid over: Adellijk grond
bezit zou hier of daar een directe aanleiding geweest kunnen zijn.
Zo heeft bijv. de Heer van Warmond een deel van een weiland in
bezit gehad ergens rechts van het Kerkepad, maar dat heeft geen
veldnaam Stins opgeleverd.
Wellicht heeft het huis Egmond, bekend om zijn bezittingen en in
vloed in deze streken,ook in de banne Winkel land bezeten. Dat is
heel goed na te gaan. De in leen uitgegeven landerijen en goederen
zijn vanaf ca 1400 geregistreerd. J.C. Kort heeft daarvan in het
maandblad van de Zuidholl. Vereniging voor Genealogie (zie bundel
'79) een zakelijke samenvatting gegeven.
Het blijkt inderdaad, dat Egmond in Winkel en Barsingerhorn een
viertal bezittingen had. Bezittingen die bij elkaar hoorden en
naar mijn idee, behoorlijk gelokaliseerd kunnen worden.
Het eerste stuk en veruit het interessantste wordt als volgt ver
mei d
'Zijn huizing met hofstede en 20 geersen met de Kruisakker daarin,
gekocht van Wilbrand Heinenz.in de ban van Winkel (vóór 1378).
Begrenzingen.
oost: de grote zijge (1555: en Simon Simonsz. en Cornelis Pietsz.)
west: Doede Folkertsz. (1555:de ban van Barsingerhorn en Niedorp.
noord: over de Coogsloot (1555: en de ban van Barsingerhorn) Rem
brand Olewardsz.
zuid: Albert Onnenz. (1555: Marietje, weduwe Folkert) en de grote
zijge
Over Coogsloot en Kruisakker.
Er is maar één plaats waar Winkel in het westen zowel aan Niedorp
als aan Barsingerhorn grenst en dat is het uiterste noordwesten
bij De Leek en tegen de Hoogsloot.
Die Hoogsloot zal uiteraard als boezemwater pas hoog zijn geworden
na de invoering van de molens en daar was aan het eind van de
14e eeuw nog geen sprake van.
M.i. heeft deze wetering oorspronkelijk waarschijnlijk Coogsloot ge
heten, wat heel goed past bij het feit, dat hij uiteindelijk langs
de Zoutkaag liep en bij de Schrinkkaag uitkwam. Van Coog naar Hoog
is een heel licht stapjeBenamingen van het 2e stuk zullen straks
bewijzen hoe gemakkelijk veranderingen werden aangebracht.)
De Kruisakker doet natuurlijk sterk denken aan het bekende Kruisven
dat ongetwijfeld zijn naam dankt aan de kruising van wateren.
Kruis is kruising in ons gebied. (Bij een andere perceelsbeschrijving
in de 17e eeuw lezen we bijv. 'op de horn in 't cruys van de zijger-
acker en de Limmersgou. zie Oud Arch. Winkel L 187 p.13)
Bij een 'ven' hebben we met weide te maken. Het is bewezen, dat er
akkerbouw op de Middeleeuwse venen plaats vond. Men had trouwens
vaak weinig keus. Op de duur veranderden de droger gelegen akkers
door de beruchte inklinking en oxydatie van het venig materiaal in
lage weidegronden. Zo zal de genoemde Kruisakker tot Lage Broek
verworden
Dat een Kruisven en een Kruisakker vlak bij elkaar lagen met één
van de kruisende wateren ertussen is vrij vanzelf sprekend.
Volgens Diederik zou de Kruisakker in de Leekerpolder liggen
Archeologica p.68-69).