- 22 -
Veldnamen^
We komen hierbij terug op de ons bekende namen die in de dertiger
jaren zijn opgetekend (zie infoblad 13):
1. Kerkeweid, 2. Boetweid, (3. de 7 Geers), 4. Lage Broek,
5. Volger, 6. Molenweid, 7. Pieterbuur, 8. Klaver(t), 9. Stins.
De Kerkeweid hoorde bij de kerk in Winkel. De kerken bezaten
zowel moerassige rietlanden, en dan nog al eens in uithoeken
van de gemeente, als meer profijtelijke percelen die ze via legaten
verkregen
Het is de vraag wat dit kerkeland in de Weere oorspronkelijk voor
stelde.
De Boetweid grenst aan de bebouwde percelen. Het brede pad tussen
de boerderijen stond bekend als de Laan. In het artikel over veld
namen december '89 is de Boetweid iets te noordelijk gesitueerd
en wel op de plaats van nr.3 de 7 Geers. Overigens zijn deze namen
van betrekkelijk jonge datum.
De Lage Broek was al in de 17e eeuw bekend. Onder broekland ver
staat men volgens Van Dale dras- of moerassig land. Men treft
het vaak aan bij beken en rivieren waar het dan 's winters onder
water staat. Dat onderstreept natuurlijk heel aardig de mogelijke
nabijheid van een vroegere moerasbeek die hier de grens tussen de
bannen zou hebben uitgemaakt.
De Volger. Zo omstreeks 1600 heette dit land voluit Sijmen Jans
Volger
De Molenweid. Volgens archiefonderzoek van Beenakker Van
Rentersluze tot Strijkmolen blz. 117) zou de Moerbeeker molen zo
tussen 1600 en 1700, dus vrijwel de hele 17e eeuw, op het zuidooste
lijk puntje van de Cruysven hebben gestaan. Dat ligt dan eigenlijk
voor een passende vernoeming een ietsje te ver van de Molenweid af
De verklaring dient gewijzigd. Waarschijnlijk heeft hier een weide-
molentje gestaan om de lage natte terreinen een beetje droog te
houden. Dit stuk land heette eerder Lagebroekweyde
In de onmiddellijke nabijheid lagen meer drassige stukken waarin
de benaming lagebroek een rol speelde, maar die zijn nog niet
precies aan te geven.
Pieterbuur en Klaver(t) spreken nogal voor zich Naast de Klaver
vinden we nog Pieter Kant. De naam Kant wijst ongetwijfeld terug
naar de Wateringskant die men in de archieven voortdurend als Cant
tegenkomt.)
De Stins.
Stins is een intrigerende naam die in deze omgeving meermalen
gebruikt wordt. Zo is er de Stinsweid aan de Weereweg tegenover
de Swifthoeve'Misschien heeft men gedacht, dat het nogal op
vallend hoge perceel aan de oostkant van deze weid wel een mooie
plek zou zijn geweest voor een versterkt stenen huis van een of
andere edelman.
De Stin(t)s aan de Kolhornerkadehet merkwaardige betrekkelijk
hoog liggende driehoekje naast het pad naar de Weeremolen wekte
wellicht dezelfde fantasieën. Het hoeft ons, gezien de sterke
Friese invloeden op Kolhorn en Barsingerhorn eigenlijk niet
te verbazen, dat we de naam verder nog vinden aan de Hoogebiere-
weg. Een wat apart liggende boerderij met gebogen oprijlaan, te
midden van 't geboomte riep een exclusieve benaming als vanzelf
op. Je kunt je natuurlijk afvragen of de familienaam Stins een
rol kan hebben gespeeld, al ligt een vernoeming van mensen naar
hun woonplek iets meer voor de hand.