- 17 - midden op de breg blaiven staan, de passagiers kwamen er zonder letsel af. Zoals ik reeds zaide, was main vader deer bakker. Hai stond er als ien beste bakker bekend. Als je main vader zag in zain bakkerspak, zag hai er netjes uit, ien helder overhemd en den had hai ien wit Engels-leren broek an en muilen an zain bienen en ien witte sleipmuts op. Hai bakte den witte weggies, fransies, schootjes, dat waren den acht boltjes teugen mekaar, an elk eind deervan ien klain boltje, dat noemden wai endeboltjes, die kregen wai den, deer waren wai wat gek op. Hai bakte ook beschuit en roggebrood. Roggebrood werd op ien eigenaardige manier maakt, eerst gong de rogge in de trog, den ging der kokend water op en werd het met ien aiseren spitter op de veraiste steifte mongen, den gingen de kousen van de knecht uit en werden de bienen in warm water goed schoon wassen. En den met de blote bienen in de trog en den werd het vasttrapt en met de spitter heen en weer gooit. De knecht hield zich vast an ien aiseren ketting die an de zolder vastzat en den net zo lang trappen tot het de veraiste steifte had. Den werd het op ien bank gooid en wogen en den gevormd in ien rogge- broodvorm, er staif indrukt en den weer op de bank, den werd het gegarseld, dat is tussen het vuur in de oven op lange garselaisers

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 1993 | | pagina 18