- 7 -
Het ging de kolonie intussen goed. Reeds in 1905 kon
een landbouwwagen worden aangeschaft, evenals een ploeg,
een partij broeiramen en een tweede paard. De bevolking
van de kolonie breidde zich uit en bestond nu uit acht
personen, te weten twee vrouwen en zes mannen. Toegetre
den waren met een proeftijd van zes maanden Grietje van
der Kooi, Jan Koorn, bakker Jacob van Dok en Simon van
Vliet, die als dienstweigeraar bekendheid zou krijgen.
Sommigen hadden reeds in andere kolonies ervaring opge
daan. Waren de financiële resultaten goed te
noemen, pessimistischer liet Maarten Koorn zich
daarna uit over de onderlinge verstandhouding der
bewoners. Die problemen leidden ertoe dat het aan
tal medewerkers terugliep tot wederom vier.
Deze groep besloot te breken met de strikt commu
nistische leefwijze, om vervolgens in onderling
overleg voor iedere medewerker een bepaald loon
vast te stellen. Niet dat Koorn het communistisch
beginsel onhoudbaar achtte, maar het komen en gaan
van medebewoners maakte vooralsnog minder idealis
tische regelingen noodzakelijk. Simon van Vliet
voegde eraan toe dat het slagen van de groep nauw
samenhangt met het gehalte der kolonisten. Het
was z.i. veel gemakkelijker kameraadschap te ver
wachten, dan te geven. Communisme betekent geven
naar krachten en nemen naar behoeften, maar in de
praktijk is het vaak
Hij neemt te veel, in plaats van hij doet te veel.
Zoals ook elders lag hier in de wisselende popula
tie een consistente bron van spanning. Al kwam het
niet tot slaande ruzie, aan verschil van mening
ontbrak het niet in deze gemeenschap van uitgespro
ken typen. En op dat laatste doelt Langedijk als hij
schrijft:
Het was alles met een waas van geheimzinnigheid bedekt aan
het begin van deze eeuw. En toen in het land van de bekende
dominee Schermerhorn deze beweging ontstondschudden vele
mensen hierover bedenkelijk het hoofd. Dat daar in die kolo
nie waren maar vreemde gasten, met lange verwilderde haren,
lieden, die meest barrevoets gingen en naar gans andere
normen leefden dan de gezapige burgerman.
Volgens oud-kolonist Pi eter Ban was lange tijd dé
centrale figuur Chris Kamper, maar Maarten Koorn
-die van het begin tot het einde zou blij ven- genoot
het meeste vertrouwen.
Band was na zijn diensttijd in 1911 toegetreden tot
de kolonie. Naar zijn mening droeg de onderneming de
kiemen tot mislukking in zich, daar leiding geheel
ontbrak. Dat speelde een rol bij het verloop van de
bewoners