- 15 -
Niedorp en de Opstand van het Kaas- en Broodvolk.
Vijf eeuwen geleden: 1492. Dankzij Columbus nu één van de bekend
ste jaartallen. Aan de herdenking is de nodige aandacht besteed.
Daardoor zal de herinnering aan een opstandige beweging in onze
contreien wel zijn ondergesneeuwd. Omgekeerd hadden de Westfrie
zen het indertijd waarschijnlijk veel te druk met hun eigen besog
nes om interesse op te brengen voor een kortere weg naar Azie.
Wat heet. Ze konden hier niet eens het Marsdiep uit. Dat werd
afgegrendeld door kapers uit Sluis. De handel verkommerde.
Schepen met graan uit de Oostzeelanden bleven weg terwijl de
eigen oogst door aanhoudende nattigheid weinig voorstelde.
Vooral de gewone man werd in armoede gedompeld. Daarbij had hij
ook nog eens bij te dragen aan de voortdurende strijd tegen de
Hoeken, tegen Vlaanderen, tegen Frankrijk. Het hield niet op.
De inning van dit Maand- of Ruitergeld leidde tot een grote op
stand in dit gewest waarbij Niedorp een rol speelde.
Voorgeschiedenis en Achtergronden.
De goede jaren onder Karei de Stoute lagen nog vers in het ge
heugen. Het ging uitstekend met de veehouderij Er werd veel boter
en kaas verhandeld via Alkmaar en Deventer. Grote koopvaarders
bevoeren de zeeen. Ook kleine plaatsen als N ij erop en Winckel
hadden hun coopmanscappe met de overkant van de Zuiderzee en
een levendig aandeel in de haringvisserij. Aldus verklaringen
uit die dagen.
Maar nauwelijks was Karei bij Nancy gesneuveld of de ellende brak
los. De zeeroverij werd overal met ware hartstocht beoefend.
Door de Fransen en de Engelsen op de Noordzee, door de Friezen
en Geldersen op de Zuiderzee. De zogenaamde Hoekse en Kabeljauw
se twisten leidden tot chaotische toestanden met als kenmerken
verwoeste dorpen, verlaten landerijen en verwaarloosde dijken.
Wie welgesteld was vluchtte als de drommel van het platteland
naar de grotere steden.
Er werd gesnoeid in de gouden en zilveren munten zodat ze zien
derogen devalueerden. Sommige muntsoorten werden plotseling af
geschaft of verboden. Het leidde tot lucratieve winsten voor de
Heeren met voorkennis, maar het normale geldverkeer werd vol
ledig ontwricht.
Misschien zou al deze ellende nog te dragen zijn geweest, ware
het niet, dat de inning van het bovengenoemde ruitergeld ver
pacht was aan zeer vermogende maar nog altijd inhalige lieden.
Een verfoeilijk systeem waarbij uiteraard de verhouding tussen
regeerders en geregeerden in de grond werd aangetast.
Mijmerend over de Friese vrijheden van weleer, zullen de West
friezen er geen goed woord voor over hebben gehad.
De figuur waar ze voortaan mee te maken zouden krijgen was Claes
Corf, de rentmeester en geldschieter uit Alkmaar. Hij woonde in
het Hooge Huys, een zeer indrukwekkend bouwwerk op de hoek van
de Langestraat. Vlakbij de in aanbouw zijnde Groote Kerck. Er
moest zelfs een stuk van zijn tuin af om ruimte te krijgen voor
een weg om het koor.
Het duurde niet lang of Claes ging z'n beklag doen in Den Haag
omdat hij het ruitergeld moeilijk of helemaal niet binnen kreeg.
De Staten wilden hem wel steunen en gaven hem een stel deur
waarders mee, zodat hij,zonodig onmiddellijk» tot openbare verkoop
van iemands eigendommen kon overgaan.