- 12 -
In de nacht van 14 op 15 oktober 1881 woedde in de kop van
Noord-Holland een hevige storm. De boerderij van Cornelis
Fijnheer aan de Wateringskant moest het daarbij ontgelden.
Door de kracht van de wind stortte het dak van de boerderij in.
Ging men van de Moerbeek naar Lutjewinkel dan gebeurde dat
meestal lopend. De weg langs de Wateringskant was toen nog
niet aangelegd, dus moest men via een landpad dat door de
landerijen liep. Het pad ging langs de boerderijen van
Jan Zeeman en Dirk Kant, later Pieter Winkel, richting Lutje
winkel. Bij duisternis was zo'n pad niet geheel ongevaarlijk
want vooral met klompen aan kon je gemakkelijk uitglijden.
Een schoolkameraad van Simon Blom is op die wijze verongelukt.
Op een donkere avond ging hij via het landpad vanaf 't Horntj
aan het einde van de "Poepekaai", naar Barsingerhorn. Bij een
wandeling langs dat pad moest er achter damhekken worden
omgegaan en ook via een aantal "posten" over de sloten.
Hij heeft toen kennelijk misgestapt en is jammerlijk ver
dronken
Op school werd het voor meester Sieswerda wat gemakkelijker
door de komst van een onderwijzeres, juffrouw Eecen uit
Oudkarspel
Op donderdagmiddag was er geen school, dan kreeg de jeugd
catechisatieles van dominee Calkoen. Daar werd met spanning
naar uitgezien want dominee kon altijd heel boeiend vertellen.
Hij werd door de Moerbeker boeren met paard en wagen opgehaald
en weer thuis gebracht.
Wie gedurende het gehele schooljaar minder dan twee keer
zonder geldige reden verzuimd had de school te bezoeken,mocht
aan het jaarlijkse schoolfeest deelnemen. Dat bestond meestal
uit een tocht die ging via de Schagerwaard over Dirkshorn,
Warmenhuizen naar de duinen van Schoorl en naar Bergen of
EgmondDe tocht werd gemaakt met door de boeren gratis
beschikbaar gestelde paarden en wagens. Om de kosten te
bestrijden ging de afdeling Volksonderwijs met een inteken
lijst rond.
De leerlingen van de Openbare Lagere School aan de Moerbekerweg.
In 1910 gefotografeerd op het weiland naast de school en
onderwijzerswoning.