Onze hoofdonderwijzer, meester Wilbrink, is maar kort op de
nieuwe school in functie geweest.
Door ziekte, gevolgd door zijn overlijden in '36 hebben de
leerlingen van de nieuwe O.L.S. weinig profijt gehad van
deze kundige en populaire hoofdonderwijzer, die ook in
verschillende verenigingen resideerde.
Als oud voetballer was hij o.m. de motor van onze voetbal
vereniging N.V.V. Vaag meen ik mij te herinneren dat bij de
promotie naar de 4e klas KNVB de toen nieuw geplaatste
tribune naar hem is vernoemd. Of is hier de droom de drijf
veer der gedachte? Na hem kwam door ODheffing van de school
aan de Langereis het aldaar aanwezige schoolhoofd Verhoeven.
Daar waarschijnlijk 's mans voornaam Bart was noemden we hem
Bartje Kookliko. Een mooie tijd brak aan.
We deden waar we zin in hadden en dat was meestal niet veel.
Waarschijnlijk door het tijdelijk karakter van zijn functie
woonde hij ook niet in de onderwijzerswoning naast de school
maar in de woningbouw aan de Schulpweg.
Meester Stennenberg zwaaide de scepter in de 4e en 5e klas,
in het lokaal rechts van de ingang.
Hij woonde in het witte huis over de sloot, iets voorbij het
sluisje, waarin eerder een bank was gevestigd.
Dat Nierup zijn tijd ver vooruit was moge blijken uit het feit
dat voordat Stennenberg er zijn intrek nam, er in '32 al een
bank-overval plaats vond.
Bij juffr. Visser maakte ik voor het eerst kennis met het
fenomeen "in de hoek staan". Ik vond het niet de beroerdste
straf, je kon meeluisteren naar de soms stomme antwoorden en
terechtwijzingen van klasgenoten en juf. Bij ernstiger delicten
moest je op de gang staan. Dat hoefde dan wel niet met netjes
de handen op de rug maar je stond als banneling in afzondering.
Vaak tussen de "natte jassen-stank"en af en toe bespied
door het glaswerk door des Vissers hoofd.
Maar vooral had ik de pest in als ik moest "school-blijven"
en stomme regels moest schrijven. Inplaats van lekker spelende
moest ik dan alleen het hele eind naar Terdiek lopen.
Soms moest je een heleboel regels schrijven met als tekst
"ik moet mijn mond houden". Ik kan niet ontkennen dat dit in
het latere leven zeer nuttig kan zijn, maar de tekst "ik mag
niet naar Truus kijken" kwam mij later als zeer onmenselijk voor.