Ook koeien en varkens werden regelmatig op de brug gewogen.
Vóór 1935 bevond zich in het raadhuis van Winkel de Waag waar
van gemeentew^ vee en goederen gewogen konden worden.
Om de N.V.Weegbrug ter wille te zijn besloot de gemeenteraad
in 1935, de gemeentelijke Waag op te heffen.
Een regelmatig gebruiker van de weegbrug was de plaatselijke
vodden- en oudijzerhandelaar Jan van Dijk.
Vooral in de naoorlogse jaren maakten de transportbedrijven
uit Winkel en omgeving gebruik van de weegbrug, evenals de aan
de Bosstraat gevestigde "Winkeler Graanhandel".
Dit was ook het geval met de maalderijen annex fouragehandel
J.L.van Herwerden en "De Toekomst" uit Nieuwe Niedorp.
Zowel leden-aandeelhouders als niet leden konden van de weegbrug
gebruik maken
Het aantal wegingen liep sterk uiteen. Men kende verlies gevende
jaren wat aanleiding gaf om te spreken over het opheffen van de
weegbrug, maar ook jaren waarin een redelijke winst kon worden
gemaakt
Het jaar 1972 bijvoorbeeld werd een goed jaar genoemd met een
aantal van 1200 wegingen.
De bediening van de weegbrug.
Na het bedanken van de heer D.Molenaar, die weger was van 1934
t/m 1942, hebben nog diverse personen deze werkzaamheden verricht.
Dit waren ondermeer: weduwe Puik, weegster van 1943 t/m 1951,
Sietsma, Snippe en Wagen.
Vooral tijdens het oogstseizoen was de regelmatige aanwezigheid van
een weger of weegster ten zeerste gewenst.
Personen die in de nabijheid van de weegbrug woonden genoten vanwege
het spoedig ter plaatse kunnen zijn, de voorkeur voor deze functie.
In 1953 kon een onder aan de dijk staande woning worden aangekocht
als bedrijfswoning voor de N.V.Weegbrug.
Deze woning werd in 1969 met behoorlijke winst verkocht.
Door deze meevaller kon het oplopende verliessaldo op de balans
worden weggewerkt.
Het aantrekken van een geschikt persoon als bediener van de weeg
brug leverde meermalen problemen op. Mogelijk was dit mede te wijten
aan het betrekkelijk lage salaris dat aan de funktie verbonden was.
Om het niet kunnen aantrekken van een weger te ondervangen, ging
men er in 1965 toe over om iedere aandeelhouder twee sleutels van
de weegbrug te geven. Er kon dan door de leden-aandeelhouders
zelfstandig gewogen worden op een tijdstip wanneer men dit zelf
wenste
De totale kosten werden jaarlijks aan de aandeelhouders omgeslagen.
Reeds na een paar jaar stapte men van dit systeem af vanwege de
onbillijkheid met de verdeling van de kosten.
Iemand die veel van de weegbrug gebruik maakte betaalde evenveel als
iemand die zelden iets te wegen had.
Om deze misstanden te voorkomen werd er een automatisch deurslot
aangebracht. Na inworp van een gulden kon de deur worden geopend
en had men toegang tot het weeghuisje.
Aanvankelijk leek dit een goede oplossing te zijn. Er behoefde geen
salaris meer aan een weger betaald te worden, terwijl iedere weging
een gulden winst gaf. Het boekjaar 1967 kon dan ook na jaren van
verlies, met een redelijk winstsaldo worden afgesloten.
Helaas zochten sommigen al spoedig naar een mogelijkheid om de
onkosten van f100 per weging te kunnen omzeilen. De deurslotauto
maat werd enkele malen vernield terwijl ook wel de deur van het
weeghuisje na weging niet werd gesloten en open bleef staan.