- 12 -
Nee, die Ab was niet zo gul, wel een rakker! Voor die
dagen altijd goed in het pak lopend, met een flink postuur,
kwam hij bij mij over als een gepensioneerde zeeman.
Veel later kreeg ik het sterke vermoeden dat het legendarische
natte pak met het verlies van een stuiver briketten in december
1928 bij de Rijd zijn enigst waterig wapenfeit moet zijn
geweest
Nimmer zag ik hem iets geven, noch aan honden, noch aan mensen.
0,ja, toch, ik zie het nog voor me. Als jochie van een jaar of
zes kom ik Ab tegen. Op ziende naar hem, een man naar dorpse
begrippen een heer, in mijn verbeelding in verre landen geweest,
zegt hij tegen mij: "Wil jij een leuk cadeautje van mij"?
Tegenwoordig zou je op zijn minst als zes-jarige gelijk vragen,
wat heeft U? Maar toen zei je slechts, ook verbaasd door het
feit dat je zomaar een cadeautje werd aangeboden, "alstublieft".
"Houd je hand dan op, en je ogen dicht", zei Ab om het spannend
te maken.
In gloedvolle verwachting dit commando uitvoerende drukte Ab
iets nattigs en lauw aanvoelend in mijn handpalm die hij gelijk
dicht kneep. Mijn hand weer openend ontwaarde ik een vieze
bruine pruim, vers achter zijn kiezen vandaan
Bedremmeld en niets durven zeggen van wat ik op dat moment
graag wilde, liet ik de viezigheid op de grond vallen onder
de bulderende lach van de zich ijlings verwijderende heer
Albert Stam.
Niet alleen mij, maar vele kinderen wist hij op deze manier
met zijn gulheid te verrassen.
Als wij allen, de kleine slachtoffers van Abs vrijgevigheid,
geweten hadden van het krantenbericht van 11 dec. 1928 waarin
beschreven de redding van een luid om hulp roepende A.Stam
door ene J.Brouwer, ja, dan zouden we het zeker allemaal ten
zeerste betreurd hebben dat die dekselse J.Brouwer toen niet
stok-en stokdoof was.
JN.Blokker
Bergen