en kon dan wat hem betreft het geld terugkrijgen van
de kerkvoogdij. De zaak lijkt daarna geregeld, want
men komt er niet meer op terug.
Al werd opgemerkt, dat men dominee buiten de zaak wou
laten, het verloop ervan moet voor hem een duidelijke
aanwijzing zijn geweest. Maar ook hem staat enige tijd
later een berisping te wachten, als schipper J.Heinstman
de kerkvoogdij een rekening presenteert van bestelde
avondmaal.wijn. De vraag is wederom wie dit besteld
heeft. Men neemt aan dat dominee het heeft gedaan zon
der enige kennisgeving. En al betreft het wijn zonder
alcohol, dat doet niks terzake. De predikant dient van
bestellingen kennis te geven, anders ontbreekt iedere
controle. Daar ligt wat de kerkvoogdij aangaat de grens.
Dominee kan zijn gang gaan waar het gaat om geloofsza
ken, maar de materiele kwesties liggen op hun terrein.
Daar heeft Schermerhorn zich bij neer te leggen. Zelfs
als hij in 1904 persoonlijk zitting neemt in de kerk
voogdij
In het voorgaande komt één naam duidelijk naar voren,
die van Dirk Kuilman. Hij wilde zich niet neerleggen bij
de ontstane situatie. Het is vrijwel zeker dat hij de
gevoelens vertolkte van hen voor wie deze predikant de
doem van de gemeente was. En Schermerhorn liet ook niet
na speldeprikken uit te delen als hij daartoe de kans
zag. Het volgende mag daarvan een voorbeeld zijn.
Een zekere P. de Groot verzocht de kerkvoogdij een orgel
concert te mogen geven, met medewerking van Anna Kappel
als zangeres. De heren voogden wijzen het verzoek af,
daar zij van mening zijn dat het verlenen van toestemming
"door de geheelonthouders verkeerd zal worden uitgelegd en opnieuw
de haat zal verlevendigen. Zij zullen misschien een nieuw verzoek
tot de kerkvoogden richten en ook zorgen voor een organist"
Nog jarenlang acht het college zich genoodzaakt soort
gelijke verzoeken om dezelfde reden af te wijzen. Maar
in 1904 schijnt men gewend te zijn aan de geheelonthouder
De voorzitter van de plaatselijke gymnastiekvereniging
S.Prins doet dan op 29 augustus een verzoek om bij slecht
weer de gymnastiekuitvoering in de kerk te mogen houden.
Het merendeel van de kerkvoogdij heeft daar tegen geen
bezwaar. Zelfs na een opmerking van Schermerhorn, dat de
geheelonthouders dan niet meer kunnen worden geweigerd.
Kuilman reageert heel fijntjes met de opmerking dat de
kerk door geheelonthouders gebruikt mag worden:
"als de kerk maar niet gebruikt wordt voor het houden van
socialistische lezingen"
Mocht men nu menen dat onze predikant tegen een uitvoe
ring van de gymnastiekvereniging in de kerk zou zijn, dan
heeft men het mis. Het was Kuilman die opmerkte:
"Waar moet het heen? Gymnastiek en fanfarekorps in de kerk?"
Verder vreesde hij het gebruik van Bengaals vuurwerk.