het is al eeuwen lang geleen
Maar in kronieken opgeteekend
Toen brak hier menig hart van steen
Op zoo'n emotie niet berekend;
Het schouwtoneel was onze Rijd,
Het meer, de zee der dorpelingen
Daar is 't geschied en wijd en zijd
Ging men het wonder feit bezingen
Toen woonde hier een zeek're Stam,
Hij dreef een handel in briquetten;
En daar elk burger van hem nam
Wist hij een massa om te zetten;
Het ijs was vast, het ijs was goed,
Stam ging dus 't ijs langs met zijn waren
En zei: dat werk verwarmt mijn bloed
"Ik kan mijn hond meteen dan sparen.
Maar ach het noodlot loerde op Stam
Krik krak, krik krak, het ijs ging breken;
De dood had voor hij wist hoe het kwam
Stam aan het touwtje om zoo te spreken,
Gelukkig had Stam nog geluid
En buldrend liet hij dit nu hooren,
Elk burger toog ter deure uit
En stopte watjes in de oren.
Albert (of Ab^ Stam, geboren 4 september 1881.
Enige maanden geleden ontvingen wij een kort briefje van mevrouw
G. Wiedijk-Nieuwland uit huize Nijerop in Nieuwe Niedorp.
Mevrouw Wiedijk haalt enkele herinneringen op over Ab Stam die als
"Goederen Agent en Boekhouder" aan het station te Nieuwe Niedorp
van de tramwegonderneming Wognum-Schagen was verbonden tot aan de
opheffing per 1 februari 1930.
Mevrouw Wiedijk vraagt zich af wat het meest bijzondere was, de
tram of Ab Stam. Als kinderen legden ze wel eens iets op de rails
wat natuurlijk niet van Stam mocht. Toch gelukte het soms om een
cent op de rails te leggen, als die dan na het passeren van de
tram plat tevoorschijn kwam was dat voor de jeugd een groot feest.
In later jaren kwam Stam, die altijd vrijgezel is gebleven, in het
toenmalig "Tehuis voor Ouden van Dagen".
Uit die tijd kan ik mij Ab Stam nog herinneren als iemand die veel
door het dorp liep te wandelen. De honden kenden hem precies want
Stam had vaak een leverworst bij zich, vermoedelijk speciaal voor
de honden. Met zijn zakmes sneed hij dan een stukje worst af en
gaf dat aan de hond die om hem heen liep te draaien.
Daarbij werd de hond door Stam geprezen als zijnde een lieve hond
die wel iets had verdiend. Stam is overleden op 25 augustus 1941.
Eén dezer dagen was ik aanwezig bij een korte voordracht van
enkele gedichten die werden ten gehore gebracht door Jan van
Herwerden uit de Zaagmolenstraat.
Eén van deze gedichten ging over Ab Stam waardoor ik dubbel
geïnteresseerd raakte. Het gedicht staat afgedrukt in het boek
"100 jaar IJs en Volksvermaak" en verhaalt dat Ab Stam over het
ijs van de Rijd briketten weg moest brengen voor zijn vader Arie
Stam die toen brandstofhandelaar was
Het gedicht luidt als volgt:
DE LEGENDE VAN "DE RIJD" TE NIEUWE NIEDORP