Om wat extra te verdienen gaven de onderwijzers in hun vrije tijd
wel huisonderwijs aan de kinderen van welgestelde ouders.
Voor informatie over afmetingen klaslokalen en lesmateriaal volgen
enige gegevens uit de gemeente Barsingerhorn
Van de drie scholen in de gemeente Barsingerhorn zijn gegevens
aanwezig over afmetingen van leslokalen, het aantal schoolgaande
kinderen en dergelijke. De school in Kolhorn bestond uit één lokaal
van 7 meter lang en 6 meter breed, de oppervlakte was 42 m2. In dit
lokaal werd, verdeeld over drie klassen, aan 100 kinderen les
gegeven. Officieel was dit lokaal in 1840 geschikt voor 60
kinderen. Thans, in 1989, zou er in een dergelijk lokaal hoogstens
aan 21 kinderen les gegeven mogen worden.
De inventaris en het lesmateriaal van de school bestond uit: 4
stuks halve lessenaars van 4 meter lengte ieder. In de lessenaars
bevonden zich de inktkoker en een bergplaats voor de boeken, leien,
griffels enz.
Voor de laagste klas waren er: 6 leestafels met een lengte van 2
meter voor elke leestafel.
Verder waren aanwezig: 1 "leesmachine", 2 muziekborden1 zwart-
bord, de nodige kaarten, letterplankjes, een stel maten en gewich
ten, de 9 "leestafels van de heer Prinsen".
Het onderwijs in de gemeente Nieuwe Niedorp.
Deze gemeente telde een tweetal scholen. In de Moerbeek werd school
gehouden van "Allerheiligen" - 1 november - tot mei. Gedurende de
zomermaanden was de school gesloten en bezochten de kinderen uit de
Moerbeek en omgeving de school in Nieuwe Niedorp.
Meester Rutsen was aangesteld voor een halfjaar les geven en diende
voor de overige tijd ander werk te zoeken.
Dat de kinderen gedurende de wintermaanden niet de school in Nieuwe
Niedorp bezochten werd veroorzaakt door de slechte toestand waarin
gedurende het natte seizoen de voetpaden en wegen verkeerden. Het
dagelijks twee maal een afstand van ongeveer drie kilometer lopend
door en langs modder en waterpoelen af te leggen was ondoenlijk
voor de kinderen, zo had het gemeentebestuur reeds lang geleden
geoordeeld.