GREPEN UIT DE HISTORIE VAN NIEUWE NIEDORP EN WINKEL. 21 NOVEMBER 1803. Het is het tijdperk van de Bataafsche Republiek en Holland is beland in een finan cieel dieptepunt, als gevolg van door Napoleon opgelegde militaire verplichtingen. De dreiging van inlijving bij Frankrijk is levensgroot aanwezig. Van hoog tot laag kronkelt men om onder financiële en andere verantwoordelijkheden uit te komen. Alles wat geld moet kosten wordt afgewimpeld of vooruitgeschoven. Onder deze belabberde omstandigheden vergadert de vroetschap van Nieuwe Niedorp, thans keurig in stijl "Het Comitte" geheten. Hier volgt een verslag van Arien Rog geveen, de secretaris. Voor de deelnemers werden nog de oude namen gebruikt want: Aanwezig waren de Baljuw, de Schout en alle Scheepenen, behalve Adam van der Wolff. Als eerste zaak werd behandeldJan Stroomer, wonende te Lutjewinkel, geeft aan verkocht te hebben, bij wijze van ruiling, aan Pieter Pz.Wit, een akkertje zaadland, groot twee geersen en acht sneesen, gelegen onder desen in de Oosterpolderin het Zand aan de Boomervaart, op de landscheiding van Nieuwe Niedorp en Winkel, belend de Boomervaart ten Zuidoosten, de koper ten Noordwesten. De akker werd getaxeerd op F.133:6:12. De tweede zaak werd moeilijk. Pieter Westing Sr., wonende te Schagen, laat mondeling verzoeken door Frans Jansen, Schout Civiel, wonende alhier, aan dit Comitte: Dat, vermits tot zijne kennis was gekomen dat Arien Cornelisz. Wit, alhier gewoond hebbende, in het water is verdronken op Zaterdag de eerste October 1803. En dat het lijk in stilte, zonder het luiden der klok als anderzins gewone plechtigheid bij het begraven gebruikelijk, op Zondag de 2e October daaraan volgende, des avonds ter aar de is besteld. (Begraven in donker, zonder het luiden der klok, was bijzonder oneer vol, werd ook toegepast bij misdadigers. Buiten de kerk was ook niet fraai, temeer als een familiegraf in de kerk aanwezig was). En vermits gemelde Pieter Westing, van de familie zijnde en het zijns inziens niet is bewezen dat voornoemde Arien Cornelisz. Wit zich zelve heeft tekort gedaan, (is zelfmoord gepleegd) verzoekt hij dat het Comitte van Rechtsoefening alhier conser- teere, dat is besluit, dat het lijk van meergemelde Arien Wit mag worden opgedolven, in een omklede kist gezet en op een behoorlijke wijze alhier in de kerk mag worden begraven. De schepenen, alvorens op het zijdelings verzoek gedaan, te disponeren, vinden goed voor haar te verzoeken om dadelijk te comparenen (is te verschijnen) Aafje Zwaan, weduwe van Arien Wit, dewelke, verschenen zijnde, verzoekt dat op het zijdelings ge dane verzoek door Pieter Westing gedaan, geen acht moet worden geslagen en begeert dat de zaak mag blijven zoals het is, mits dat het Comitte inspectie gelieve te ne men of hetzelve diep genoeg in de aarde is bedolven. Het comitte heeft na deliberatie om de navolgende missive aan P.Westing Sr. te schrijven. Bailluw en Scheepenen van de Stede Nieudorp aan de Burger P.Westing Sr. te Schage. Medeburger! Het zijdelings verzoek hebben in onze vergadering gedaan, hebben wij gemeend buiten deliberatie te houden, echter dient tot Uw naricht, dat wij de weduwe van Arien Wit voor onze vergadering hebben verzocht, en na dezelve omtrent de omstandigheden van haar overleden man te hebben gehoord, wij oordelen vooralsnog ons met de zaak van de familie, buiten de vrouw, niet te kunnen inlaten. Nieuwe Niedorp, den 21e November 1803. Bailluw en Scheepenen voornoemt. Ter ordonnantie van derzelve, Arien Roggeveen, secretaris. - 22 -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 1990 | | pagina 23