Ten behoeve van het onderwijs was in Nieuwe Niedorp in 1833 een ge
schikt woonhuis aangekocht dat na het wegbreken van de binnenbetim-
mering was ingericht tot schoolgebouw. Het door meester Jan
Schenk gegeven onderwijs werd zeer matig genoemd met gevolg dat de
kinderen de school slecht bezochten. Om deze reden was Pieter Koorn
uit Opperdoes in 1836 aangesteld tot ondermeester. Nadien verbeter
de het onderwijs ten zeerste met gevolg dat al binnen korte tijd
112 leerlingen de school stiptelijk bezochten. Er kwamen toen
echter klachten dat de ruimte in het tot school verbouwde woonhuis
te klein was. In verband met de lage zoldering was het er tevens te
benauwd. "Vanwege de bekrompen toestand der gemeentekas" kwam daar
pas in 1838 verbetering in.
Het schoolgeld bedroeg voor het geven van uitsluitend onderwijs in
het spellen en lezen, 20 centen per kwartaal. Indien de kinderen
tevens werden onderwezen in schrijven, rekenen en zingen, was men
30 centen per kwartaal verschuldigd.
Omdat de éénenzestigjarige meester Schenk niet meer bij machte was
"om school te houden" werd Pieter Koorn, die de derde rang bezat,
bevorderd tot "effectieve" onderwijzer. Dit geschiedde onder druk
der ingezetenen en met een door Gedeputeerde Staten verleende
ontheffing voor het afleggen van een vergelijkend examen, dit in
verband met zijn bekwaamheid als onderwijzer.
Het jaarsalaris van Pieter Koorn bedroeg f1180,behoudens de
schoolgelden en de winst op boeken of andere leermiddelen.
Meester Schenk stond blijkbaar zeer goed aangeschreven bij het
gemeentebestuur. Hoewel hij reeds op zevenenvijftigjarige leeftijd
"stilzittend" onderwijzer was geworden, mocht hij het "recht van
hoofdmeester" behouden. Zijn salaris bedroeg voordien fl. 350,
per jaar. Omdat Gedeputeerde Staten niet met een dergelijk salaris
voor een "stilzittend" onderwijzer konden instemmen, werd dit ver
laagd tot f1250,per jaar.