- 4 - Na de beknopte waterstaatkundige beschrijving van ons gebied in het infoblad van december 1988, treft u onderstaand het vervolg aan van dat artikel. Scheiding tussen de gezamenlijke uitwatering van de Niedorperkogge en Schagerkogge bij Kolhorn. Aanvankelijk hadden de Niedorper- en Schagerkogge een gezamenlijke uitwatering via een drietal spuisluizen op de Zuiderzee bij Kolhorn. Het waterschap "De Niedorperkogge" behartigde als overkoepelend lichaam de belangen van de polders, gelegen onder Nieuwe Niedorp, Oude Niedorp en Winkel. Toen zij te kennen gaven voornemens te zijn stappen te ondernemen om te komen tot plaatsing van strijkmolens, wilde men dit gaan doen samen met de Schager kogge Onder Barsingerhorn, Kolhorn en Haringhuizen zag men de noodzaak daartoe wel in. De regenten van Schagen echter wilden met het oog op de kosten, van dit voornemen niets weten. Het gevolg was dat de ingelanden van de Niedorperkogge geheel alleen voor de hoge kosten opdraaiden; zij mochten later wel de voordelen van minder wateroverlast ervaren. De scheiding tussen de beide koggen had tot gevolg dat de gemeenschappelijke samenvloeiing van het water in de Hoogsloot verbroken diende te worden. De Hoogsloot vormt reeds van oudsher de gemeentegrens tussen Niedorp en Barsingerhorn, zij heeft haar "beloop" van de Slikven-polderbemaling bij de Westermoerbeek via de Poepskade naar Kolhorn. (Zie de situatieschets vanaf E via D, C, B naar A. In het boek "De historie van de Niedorpen en Winkel" werd in 1982 door mij geschreven: "Om het water van beide Koggen afdoende van elkaar te scheiden, werd in eerste instantie bepaald dat daartoe een dam in de Kromme Gouw gelegd zou worden ter hoogte van de weerepoldermolen. Het was mij toen uit archiefstukken bekend dat gelijktijdig met het leggen van een dam in de Kromme Gouw, een "verlaat" of schutsluis gemaakt zou worden ter hoogte van de Slikvenmolen in de westermoerbeek. Omdat ik toen van gedachten was dat het maken van een schutsluis op die plaats alleen maar kon betekenen dat schepen vanuit het Schagerkogge-polderwater op het hoger gelegen water van de Hoogsloot - of omgekeerd - geschut konden worden, maar dat deze daarmede niet in de Niedorperkogge konden komen, is dit toen onvermeld gebleven. In het oud archief van de gemeente Barsingerhorn kwam ik een afschrift van een brief met situatietekening tegen betreffende het uitspitten van de Hoog sloot De brief, gedateerd 13 mei 1729, was ondertekend door "de Regeerders van Barsingerhorn en Haringhuizen", alsmede leden van de Schagerkogge en gericht aan de Gecommitteerde Raden van de Staten van Holland en Westfriesland. In de brief wordt onder meer een uiteenzetting gegeven over de beweegredenen waarom er in 1653 een dam gelegd zou worden in de Kromme Gouw met daarop een "overtoom". Tevens zou er "Een bequaam Verlaat geleght worden in de Hoogsloot tegenover de slikvenner molen"(Een "bequaam Verlaat" is een sluis van goede kwaliteit. Een "overtoom" is een installatie, die dient om schepen van het ene water via een dam of gedeelte land, in een ander water te brengen.) Nu geeft de mededeling over het maken van een "verlaat" bij de Slikvenner molen nog geen volledige duidelijkheid, maar de bijbehorende situatieschets verschaft alle informatie. Uit de schets blijkt dat de scheepvaart tussen de Niedorperkogge en Schagerkogge vóór 1653 de Hoogsloot kon bereiken of ver laten via de Kromme Gouw maar eveneens via het toen door kaden omgeven hoger gelegen boezemwater E-F op de situatietekening. Dit gedeelte boezemwater was gelegen tussen de Slikvenner molen aan de Westermoerbeek en de westerkamper molen richting 't Veld.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 1989 | | pagina 5