- 28 -
De ontginningen gaan verder. Een voortzetting van de Westermolen-
swedt, later ook wel gewoon Westerzwet genoemd, wordt de Weere-
swedt. De Corff Maeckersswedt of gewoon Oosterzwet lijkt op
sommige kaarten, zoals die van landmeter Nautz. uit 1819, door
getrokken tot de Weeresloot.
Deze sloot vormt opnieuw een achterwetering, bij de Zoutkaag
zo onregelmatig verlopend dat we wederom aan een vroegere
moerasbeek gaan denken, bij de Weere zó recht, dat dit stuk gewoon
mensenwerk zou kunnen zijn.
De Weeresloot zal waarschijnlijk een zijtak geweest zijn van onze
Kromme Gouw. Dat ligt nogal voor de hand.
de Weeresloot langs de Zoutkaag.
Voor de Hoogsloot, de uiteindelijke achtergrens van de noordelijke
Winkeler ontginning geldt het zelfde, zij het dat de paar eigen
aardige bochten vlak bij De Leek toch weer vragen oproepen,
waarop moeilijk een antwoord is te geven.
Zo keren we terug naar één van de uitgangsproblemen: de loop van
De Leek.
De z.g. zeeerosielaagte zui
delijk van De Leek kan gezien
de vorm moeilijk alleen door
de geulen bij de Wester- en
Oostermoerbeek veroorzaakt
zijn. Laten we het er op hou
den, dat vooral de Leek met
enkele zijtakjes verantwoor
delijk gesteld kan worden
voor dit uitgeholde gebied.
Ook al blijft het merkwaardig
dat er bij de Leekerweg geen
duidelijke sporen van een zee-