- 25 - Laten we terugkeren naar de ontginners. 't Is natuurlijk niet uitgesloten, dat de Winkelers oorspronkelijk niets met de Nie- dorpers te maken hadden en bijv. vanuit het oosten kwamen. Medemblik en Does bestonden al voor het jaar 1000 en van daaruit hoefde men maar weinig meer dan een tiental kilometers te overbruggen..) Maar de oude (veronderstelde) bewoningslijn van de Nieuweniedorpers kan men vanuit het Oosterkampen- Boome gebied aardig doortrekken via de Corversloot naar Winkel. Volgens Renes is er veel te zeggen voor de onderlinge samenhang van de ontginningen in onze gemeente. Een vestiging aan een wat bredere moerasbeek boven de stevige ondergrond van de relatief hoge Winkeler kreekrug was i.e.g. een goede keuze. Van langdurige overstromingen had men in dit gedeelte nog weinig of geen last. De doorbraken vanuit het noordwesten richtten hier minder schade aan, terpen waren niet nodig en de Zuiderzee was nog ver verwij derd. Waar zou men begonnen zijn met het graven van de noodzakelijke ontginningsslootjes en mogelijke grenssloten? Op de bekende kaart van 't Hoochheemraetschap van de uytwaterende sluysen in Kennemerlandt ende West-Vrieslandt van Johannes Dou uit 1680 zien we niet twee maar drie met name genoemde zwetsloten: De Corff Maeckersswedtgewoon De Swedt en de Westermolenswedt Als eerste achterwetering de Wirg(s)sloot (waarvan de kronkels een mogelijk natuurlijke voorloper suggereren.) Hier zal het echte gezamenlijke t Q ontginningswerk zijn begonnen. Aan de structuur van het dorp /j is dat eigenlijk nog steeds af te lezen Bij drie zwet- of grenssloten kun je je natuurlijk afvragen welke twee de allereerste waren. Vergelijking met Nieuwe Niedorp (Ooster- en Westerweg) geeft een aanwijzing over de waarschijnlijke breedte van het tussenstuk. Conclusie: de mid delste zwet heeft waarschijnlijk een oneigenlijke naam gekregen naar analogie van de andere. Toch mogen we niet uitsluiten, dat men is begonnen tussen de Westermolenswedt en De Swedt (komend vanuit het westen) en uitbreiding naar de derde zwet later plaats vond Uitbreiding van de ontginningen vond uiteraard naar alle kanten plaats en natuurlijk vergezeld van nieuwe woningen. De merkwaardige plaats van de kerk aan het oosteind van het dorp roept al tijden lang vragen op. Veelal wordt verondersteld dat de kerk in het midden van een dorp hoort te staan. Is dat een erkend standpunt? Als we naar zelfde situaties in omliggende dorpen zoeken hoeven we niet ver te gaan. Barsingerhorn had zijn kerk ook aan de oostkant van het dorp. Haringhuizen aan de noordkant evenals Hoogwoud. Om iets verder te gaan: bij Eenigenburg buiten het dorp aan de westkant. Om heel dicht bij huis te blijven: 't Veld aan de oostkant.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 1989 | | pagina 26