- 17 -
Ook dit vak was opgevuld met houtas en afgedekt met takken en twijgen
van berkehout.
C. Het bovenste vak bevatte de kop van een klein rund. Afdekking als
voornoemd
D. Al spoedig, n.1. 10 cm. boven de grafafdekking 160 cm. - AP begon
de in de Middeleeuwen afgezette kleilaag.
Het beurtveer van Oude Niedorp
Door een verre verwantschap aan de familie Wonder, welke vele
jaren het veer van Oude Niedorp op Alkmaar heeft onderhouden,
is dit artikel geboren.
Dit veer en de relatie met de fam. Wonder heeft reeds lang mijn
belangstelling, daarom wil ik graag het een en ander meedelen
over het veer van Oude Niedorp op Alkmaar.
J.P. Geus Capelle a/d IJssel
De stamboom van de fam. Wonder begint met Pieter Jansz. Wonder
die al in 1645 te Oude Niedorp aan het Verlaat heeft gewoond.
Dat de stamhouder Pieter Jansz. Wonder in de kleine dorpsgemeen
schap van Oude Niedorp een belangrijk persoon is geweest, blijkt wel
uit het feit, dat hij burgemeester en gemenelands pachter was.
De laatstgenoemde functie houdt in, dat hij tegen een vastgestelde
pacht het recht had van Rijkswege geheven belastingen te innen.
Hij bezat ook handelsgeest; hiervan getuigt de oprichting van het
snipveer van het Verlaat naar Alkmaar.
Merkwaardig is wel, dat tegenwoordig geen enkele Wonder meer
in Oude Niedorp voorkomt.
Pieter Jansz. Wonder was een zoon van Jan Wonder?) en Alijt
Pietersdr.. Hij woonde reeds in 1645 te Oude Niedorp aan 't Verlaat
met 'sijn Wijff Elijsabeth Cornelis'In een akte van 1648 wordt
hij genoemd 'gemenelands pachter'en omstreeks 1657 'burgemeester
van Oude Niedorp'
Op 28 maart 1658 gaat hij met het stadsbestuur van Alkmaar een
overeenkomst aan over het onderhouden van een da ge lij ks snipveer
van het Oudeniedorper Verlaat op de stad Alkmaar.
Pieter Jansz. Wonder overleed op 14.4.1663 en werd begraven in de
kerk van Oude Niedorp. Zijn vrouw Elijsabeth overleed op 15.2.1659.
In de kerkvloer te Oude Niedorp bevindt zich nog een zerk met
het opschrift 'Hier is begraven Lijsebeth Cornelisdr. en is
gherust den 15 febr. anno 1659.
De overeenkomst met Alkmaar bevatte de volgende gegevens over
het aanstellen van een dagelijks Jachtveer
Het moest gedaan worden met 'een gedeckte snipschuijt, vanaf het
voorschreven Verlaet op de Stadt Alcmaer ende van daer weder aen
het Verlaet, ten dienste van een ij egel ij ck'.
De veerman moest zich voorzien van een 'bequame snipschuijt' met
een of meer paarden en twee knechten, een en ander om de passa
giers een behoorlijke accomodatie te kunnen bieden.
'Item sal met d'voorsz. Schuijt moeten affvaeren vant voorsz.
Verlaet des soomers 's morgens ten ses uijren ende 's winters
ten seeven uijren beginnende het soomer uijr met ten eersten
Maert ende het winter uijr met den le November'.