- 14 -
C 9
Wijsent (Langereis) woont Jan Abramsz. Swaan:die is nog
marktschipper op Alkmaar.Daar kun je dunnebier, schijn- of
kuijt- of scharbieren krijgen.
"Maar wie heeft Teeuwisz (de dienaar van politie) daar te pak
ken
"Wat heeft die jongen op z'n kerfstok, Teeuwisz
"Die snotaap kan het maar niet laten, Secretaris, om stenen uit
de straat te vroeten. Ik heb hem nu al een paar keer gewaar
schuwd, maar hij wil niet luisteren en hij gooit maar raak.
Dat moet nu maar eens uit wezen. Trouwens nog veel meer van
die kwajongens doen het, maar het is lastig om ze te pakken
te krijgen. Nu heb ik er een. Hij moet maar op water en brood
in de kelder."
Slooff legt mij uit, dat er inderdaad zo'n keur door schout
en schepenen is gemaakt, maar hij - de vroegere schoolmeester-
vindt het toch ook wel wat hard om die jongen in de kelder
te zetten
"Houd hem maar een tijdje op het raadhuis vast, Teeuwisz; de
schout kan elk ogenblik komen en dan moet je de vader van die
jongen maar halen. De ouders moeten voor hun kinderen instaan.
Die vader moet dan de boete maar betalen. Je weet, de helft
is voor jou als bekeurder."
Toch moeten er maatregelen genomen worden, zegt Slooff. Omroe
per Jan waterhaalder moet maar eens omroepen dat deze keur
moet worden nageleefd.
Wij vervolgen onze weg." Teeuwisz kan ook niet van zijn ambt
bestaan", vertelt Slooff mij. "Zijn vrouw houdt er ook nog een
commenijewinke 11je op na. Vier kinderen hebben ze."
De straat is inderdaadniet best. Het is wel goed dat dit ver
bod er is
De wagens, karren, chaizen, het postrijtuig en de losse paar
den onder de man maken de straat er ook niet beter op, en wan
neer de stenen er nog worden uitgehaald, wordt het nog erger.
Ziet U maar,, daar komt een chaize aan rijden; de kijzels spatten
weg. Het is Jan Dirkszn Goed, zie ik. Dat is waar ook, gisteren
is hij naar de Schermer in de banne Ursem gereden om zijn oude
vader te bezoeken en nu komt hij zeker terug. Het vorig jaar
was hij schepen; t is een goede kerel en ik denk dat hij daar
om ook Goed heet. Ik kreeg toevallig een dezer dagen zijn bur
gerbrief van 1740 onder het oog, die Schout en Schepenen van
Ursem hem hebben meegegeven toen hij naar Winkel verhuisde.
Daarin wordt hij De Goede genoemd. Zo iets komt meer voor bij
die namen. Daar heb je b.v. Jacob Claaszn aan de laagzijde:
nu noemen we hem in de officiële stukken steeds Jacob Bakker,
omdat hij bakker is. Reijer Dirkszn, de schoenmaker, heet nu
Re ij er Schoenmaker; Dirk Adriaanszn heeft een grutter ij e en heet
nu Dirk Aadriaanszn Gorter; Pieter Maartenszn, de slotenmaker,
staat nu bekend als Pieter Maartenszn Slotemaker; Jan Reijerszn.
de meelmolenaar in de Bosch heet nu Jan ReijersznMoolenaar
Dirk Gerritszn Wever op Lutjewinkel heet zo omdat hij een lin
nenwever ij e heeft. Maar het mooiste voorbeeld vind ik dat van
Eijtje en Maartje Pieters, twee naaisters. Als naaister kom je
veel met band in aanraking; daarom heten ze nu Eijtje Pieters
Band en Maartje Pieters Band.Zij waren mijn buren toen ik nog
koster en schoolmeester was; nu woon ik in het huis aan de hoog-
zijde waar Jan Band heeft gewoond, de secr.v. Zd.en Nrd.Scharwoud.
(wordt vervolgd