- 5 -
Polderbemaling, vroeger en thans.
Behoudens de agrariërs zal vermoedelijk de grote meerderheid van de ruim 8.000
inwoners tellende bevolking in de gemeente Niedorp er weinig weet van hebben op
welke wijze het overtollige regenwater in het verleden, maar ook thans nog, uit
het polderland wordt afgevoerd.
Vanaf omstreeks 1974 wordt het gehele gebied van de gemeente Niedorp bemalen door
een vijftal watergemalen met behulp van enkele onderbemalingen.
Behoudens het water in de grotere vaarten als bijvoorbeeld het kanaal naar Kolhorn
en de "Voorsloot" in Nieuwe Niedorp, wordt het water in de poldersloten uitgemalen
op een peil van ongeveer 1,20 meter beneden het maaiveld.
Dit varieert dan in verband met het hoogteverschil in onze bodem globaal tussen
2 en 3 meter beneden N.A.P. (Normaal Amsterdams Peil).
Het zal duidelijk zijn dat de moderne elektrische watergemalen niet gemist kunnen
worden. Was er geen bemaling dan zou onze gemeente een groot meer zijn met een
oppervlakte van ruim 45 km2
Oorspronkelijk lag het land boven de zeespiegel en kon het overtollige water via
kreken en later gegraven sloten zonder meer naar zee afvloeien.
Poldermolens
i
Omstreeks het jaar 1500 was het zeewater zodanig gestegen alsmede de bodem gedaald
door onder meer het verdwijnen van de bovenste veenlaag, dat men veel hinder onder
vond van het water.
Na het oprichten van poldermolens kon men vanaf het begin der 16e eeuw door opmaling
van het water in door dijken omgeven vaarten, het water behoorlijk naar de Zuiderzee
afvoeren. In het begin van de 17e eeuw begon de waterlozing in de Zuiderzee bij
Kolhorn moeilijkheden te geven.
Vooral bij harde wind was er vanwege het hoog opgestuwde zeewater somstijds gedurende
enkele weken geen mogelijkheid om het polderwater via de spuisluizen in zee te
lozen
Vele landerijen stonden dan ook vrij langdurig onder water.
Oprichten van strijkmolens.
Er zat niet anders op dan om toestemming te verzoeken tot het oprichten van strijk
molens
Na verkregen octrooi werden in 1653 aan de Mientweg bij Lutjewinkel in de nabijheid
van de Westfriese-zeedijk, vijf strijkmolens gebouwd.
Het door een zestiental poldermolens op de boezem uitgemalen water werd afgevoerd
naar de "Kleine Kolk" bij Lutjewinkel en vervolgens door de strijkmolens uitgemalen
in de hoger gelegen "Grote Kolk".
Dit water werd via de "Boerensluis" in de Zuiderzee gespuid.
Nadat een stoomgemaal de taak van de strijkmolens had overgenomen, werden deze
in 1911 afgebroken.
Vanaf 1959 wordt door het aan de Westfriesedijk tussen Lutjewinkel en Kolhorn gelegen
moderne watergemaal "De Waakzaamheid", het door de poldergemalen uitgemalen water
vervolgens op een nog hoger peil gebracht om naar het Amstelmeer te worden afgevoerd.
Deze beknopte waterstaatkundige uiteenzetting was wenselijk om de in onze volgende
aflevering van het infoblad te plaatsen historische beschrijving over de scheiding
tussen de Niedorper- en Schagerkoggeduidelijk te kunnen maken.
- Wordt vervolgd. -
Aat Wit