- 25 - Bij de ontginning van het Nieuweniedorper gebied dienen nog wat kanttekeningen geplaatst: Het laat zich raden, dat de afstanden van het uiteindelijke dorp tot de zuidgrens (de Langereis) en de noordgrens (de Hoogsloot) der ontginningen veel te groot zijn om zinvol door individuele boeren overbrugd te worden binnen 'hun' opstrekkende kavels. Als men de oude topografische kaart bestudeert, zal het opvallen dat op diverse plaatsen de perceleering bij de dwarsweteringen niet stopt, maar gewoon doorloopt, daarmee nog eens het principiële karakter benadrukkend van zowel de noodzakelijke verschuivingen als de eigen en gemeenschappelijke rechten (de landbinding). Op de plaatsen waar de kreekruggen onder het veen vandaan zouden komen kunnen we voortdurende bewoning verwachten. Tussen Nieuwe Niedorp en de Langereis kon gebruik gemaakt worden van de betrekkei ij k hoge ondergrond op de plaats die we kennen als het Paadje vroeger het Padt). In ons vorige blad kan men zien hoe deze strook zich tot een echte lange uitloper versmalt, permanente vestigingen toelatend voor de Terdiekers en Oudenie- dorpers. Waarschijnlijk was hier aanvankelijk toch een veendijk noodzakelijk. Met het verdwijnen van het veen verdwenen ook de veendijken, tenzij ze met 'echte' grond waren gemengd. Als ze in latere tijd nog van enig nut waren zijn de sporen natuurlijk wat duidelijker. Noordwestelijk van het dorp ontmoetten we al het uitgangspunt van de ontginningen: het Kampen -Boomegebied Eigenlijk zat men hier gezien de ondergrond uitstekend! Men kan zich met recht afvragen waarom men hier vertrokken is. Onderweg naar het zuidoosten waren er overigens ook nog wel een paar mogelijkheden.. Naar mijn mening (die mogelijk wel weer eens herzien moet worden) ligt de verklaring in de voortdurend dreigende overstromingen uit het noordwesten en noorden. De kennel ij k kunstmatige verho gingen bij de Oosterkampen spreken hier duidelijke taal: Alleen een kreekrug is geen garantie voor een veilig verblijf! We kunnen ophogingen dan ook verwachten in de noordel ij ke delen van het kreekruggenstelselbijv. in de Hooglandpolder. En we zullen ze daar ook aantreffen. De Hogebierenweg betekent de weg van de hoge huizen (bere is een oudfries woord voor huis). De opgehoogde erven zijn aan dit aardige weggetje gemakkelijk te her kennen. (Helaas is de meest interessante plek, een zeer grote terp, door een van de bewoners wat achteloos behandeld.) Waar vinden we zulke zaken in het noordel ij k deel van de Nieuwenie dorper ontginning? Bij de Oostermoerbeek, en dan vnl. op de z.g. getij-oeverwallen Het is te verwachten, dat de Moerbekers zich al in een vroeg stadium met de ontginningen hebben bezig gehouden. Hoe de verhouding zowel praktisch als rechtmatig met de Niedorpers lag, is volstrekt onduidelijk. Op de kruising van de Wateringskant met de Ooster-en de Moerbeker- weg was ook nog een mogelijkheid die wellicht benut is: Er staan wat boerderijen bij elkaar op een uitlopende kreekrug, maar zonder duidelijke verhogingen Laat ik deze keer eindigen met een imposante boerderij uit deze omgeving: de Stompekamp. Een oude bekende naam met een merkwaardig voor voegsel. J Keuken

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 1988 | | pagina 26