- 17 -
Toenemende overstromingen vanuit het noordwesten dwongen hen
bijzondere maatregelen te treffen. Terpen werden aangelegd of
dijkgedeelten opgehoogd en uitgebouwd om zichzelf veilig te
stellen en het vee een mogelijke wijkplaats te geven.
In elk geval moest men het hogerop zoeken. Onontgonnen veengebie
den met hun veenkussens lokten: de nattigheid van de moerassen
was verre te verkiezen boven de watersnood van de overstromingen.
Een deel van de ontginners zal zich -gezien de zeer onregelmatige
kavelvormen ten zuiden en zuidoosten van de Oosterkampen-
naar dit gebied hebben verplaatst. Ook hier geeft de naam 'kampen'
precies aan, dat men met een nogal primitieve eigenzinnige vorm
van ontginnen te maken heeft.
De boerderijtjes zullen oorspronkelijk zeer verspreid midden in de
percelen hebben gestaan.
Voor de afwatering werd gebruik gemaakt van een moerasbeek die
in haar loop in oostelijke richting op de oude topografische kaart
goed te volgen is. Voor de duidelijkheid wordt ze hieronder nog
Van hieruit trok men na de bekende inklinkingsperikelen naar
zowel het noordwesten als het zuidoosten. Dit gebeurde in opstrek-
kende kavels. Vooral de zuidoostelijke richting suggereert dat
hier sprake is geweest van eendrachtige samenwerking.
Van deze vormgeschiedenis die uiteindelijk tot de vestiging Nieuwe
Niedorp zou leiden is helaas niet veel meer in het landschap
terug te vinden.
Het kronkelige gedeelte van de Westerweg, vlak bij de Kampen,
heeft ons gelukkig nog iets te vertellen. Het zelfde geldt voor
het bochtige verloop van de Oosterweg bij De Boome. Hiertussen
woonden de directe voorouders van de dorpers.