WINKEL IN 1750 (vervolg)
Is er een vroedschap absent, dan trekt de schout voor hem een
witte boon. Dit boontrekken gaat zo lang door totdat de zeven
zwarte bonen getrokken zijn. De namen van de zeven zwarteboon-
trekkers worden nu door de secretaris opgetekend.Dit jaar wa
ren het Aris Pietersz,Fijnheer, Pieter Floriszn Winkl, Jacob
Bakker, Cornelis Symonszn Luytjes, Cornelis Jacobszn Bakker,
Cornelis de Boer en Cornelis Groot. Deze zeven gaan dan met
de schout en de secretaris in de toren van de kerk waar de
secretaris voorleest en de schout hen afneemt de eedt van
de seven swarte boontreckers"Slooff leest mij nu het formu
lier van deze eed voor en het luidt:
Vermits ons het lot van de swarte boonen is toe
gevallen soo beloven wij ingevolge van ons previ-
legie en 't gebruijck deser plaetse, een dubbelt
getal te maken en de stelle van 15 personen tot
Burgermr. en Schepenen alle uijt de Vroedschap de
ser Stede; belovende wijders dat wij niet sullen
sien nog involgen eijgen passien ofte driften maar
na de meeste vreedsaemheijt en de gemeene beste
onser Stede; dat wij sullen sien nae de rijkste
en de beqaemste soodanige onbemaegtaelde als ons
doendelijk sal wesen alles na onse beste kennisse
ende Wetenschap.
Met de woorden soo waerlijk moet ons Godt almagh-
tigh helpen.
Nadat deze eed is afgelegd, gaat de schout weg. De beedigden
maken dan de nominatie (lijst) van 15 personen op, waarvan de
eerste vier worden voorgedragen voor burgemeester of schepen
(dit jaar Cornelis Janszn Swan, de marktschipper op Alkmaar;
Adriaan Hauwert, de chirurgijn; Adriaan Jochemszn, boer en bou
wer op Lutjewinkel; Adriaan Kistemaker, de wagenmaker van de
laagzijde) en de elf anderen voor schepenen alleen dit jaar
Dirk Dirkszn Stapel, boer en bouwer op Lutjewinkel; Jacob Jansz
Stadt, baas timmerman, Pieter Adriaanszn Vel, de bakker van
de laagzijde; Claas Pieterszn Hoek, baas metselaar; Cornelis
Dirkszn Meester, boerin de Weere; Jan Breelandt, de schot- en
verpondinggaarderJanA.brams Swaan, de marktschipper op Alk
maar van de Wijsent (Langereis); Jan Hovenier, boer en bouwer
aande laagzijde; Jan Janszn Koster, snipman, biersteker en
boer; JanC orneliszn Wittebol van de laagzijde, die zich met
vissen en dijken geneert en nu ook een winkel heeft; en Sijvert
Corneliszn Groot, boer en kaaskoper aan de hoogzijde).
De schout kiest vervolgens uit de vier eerste onmiddellijk een
burgermeester en uit de overblijvende drie van deze vier met
de elf, die alleen voor schepenen zijn voorgedragen, kiest hij
onmiddellijk zeven schepenen.
Zo werden op 30 maart tot burgermeester gekozen Cornelis Janszn
Swan en tot schepenen Adriaan Hauwert, Adriaan Jochems, Adriaan
KistemakerJacob Janszn Stadt, Peter Adriaanszn Vel, Jan Janszn
Koster en Sijvert Cornelis Groot.