- 4 - en-vijftig centimeter bij vier meter vijf-en-dertig centimeter. Een doek dus van ruim vijftien vierkante meters. Waar konden zij een zeildoek van die afmeting vinden, om het schilderij te beschermen? Een veehouder bracht uitkomst en stelde een kolossaal zeildoek ter beschikking. Voor zichtig werd "De Nachtwacht" opgeladen en een transport, uniek in onze geschiedenis, nam in het duister een aanvang. Eindelijk viel de nacht. De mannen vonden in het dorpje Winkel onderdak bij verschillende gezinnen. Van een verkwikkende nachtrust was echter geen sprake. Men strekte slechts vluchtig het moede, geradbraakte lichaam in een fauteuil, in het vooruitzicht tegen het aanbreken van den dag ijlings het kostelijk doek te gaan bergen. De leider van de expeditie, dr. Schmidt Degener, werd gastvrij ontvangen bij den dorpsonderwijzer, maar daar ook hij van slapen niet wilde weten, werd hem voor enkele uren de divan als rustplaats aangeboden, waarop hij zich gekleed en wel even uitstrekte Bij het aanbreken van den morgen werd de tocht voortgezet. Het doel van de reis? Het Rijk en het gemeentebestuur van Amsterdam hadden indertijd besloten om kunstschatten in tijden van werkelijk oorlogsgevaar te bewaren. Drie schuilkelders waren in aanbouw, twee voor het kunstbezit van het Rijk en één voor dat van de hoofdstad. Zware betonnen muren, kluisdeuren en ingewikkelde lettersloten zouden onze kunstschatten beschermen, edoch de kelders waren nog niet heelemaal klaar, slechts één der kelders was nagenoeg gereed om de kostbaarheden in ontvangst te nemenNatuurlijk wordt de plaats, waar die schuilkelders zich bevinden, geheim gehouden door de mannen, die deze nationale schat kamers beheeren en dat is hun goed recht. Dat zij goed gekozen zijn, kan men stellig aan hun inzicht en dat van hun adviseurs overlaten. De kelders zijn niet te vinden onder den rook van een stad, noch in de omgeving van een industrie- of toeristencentrum. In de goede aarde van ons land, op een plaats waar twintig kilometers in den omtrek geen object is, dat bij oorlogvoering van belang kan worden geacht, bevinden zich.de kluizen. En naar die ééne, bijna voltooide kluis begaf men zich op weg. Een gevaarlijk avontuur bleef den twintig mannen op dezen tocht, bij de vervulling van hun plicht, niet bespaard. Vanuit de lucht had men de colonne opgemerkt en wat ligt meer voor de hand, dan dat men een vijande lijk transport vermoedde? Laag scheerde de vlieger over den weg, rakelings over de karavaan, waarvan de deelnemers zich haastig in het gras wierpen om het veege lijf te redden. Seconden schenen kwartieren, minuten waren uren, maar toen trok de piloot zijn vervaarlijke machine op, als was hij gerustgesteld en verdween. De tocht met "De Nachtwacht" werd voortgezet, maar onder welke omstandig heden! De wegen waren geblokkeerd met vee van de geëvacueerde boeren, het water van het ondergeloopen land stroomde op sommige plaatsen over de paden, voort ging de tocht - tot men onverwacht diende halt te houden. Electrische draden hingen zoo laag over den weg, dat de transportwagen er niet onder door kon. Slechts één middel was er om verder te komen, nlden wagen verzwaren. Alle deelnemers aan den tocht namen op den wagen plaats, die bovendien nog met steenen werd verzwaard. De banden zakten dieper door het enorme gewicht waarna de wagen onder de electrische draden kon doorrijden. De dag verstreek en men naderde den schuilkelder. Het doel scheen bereikt, Rembrandt's kostbaarste doek scheen in veiligheid, tot bleek, dat het doek niet in den kelder kon. Buiten op den grond werd het doek voorzichtig neergelegd. Onder de zoo deskun dige leiding begon men het doek van het houten raam te verwijderen. Het was windstil en slechts het gerucht van een vluchtend wegwiekenden vogel was te hooren. Daar bogen zich in den stillen avond de mannen over het werk van één van Neerlands grootste zonen en brachten een stuk in veiligheid, dat door zijn schoonheid, door zijn universaliteit niet slechts ons, maar geheel de mensheid toebehoort. En zij kweten zich met toewijding en liefde van de taak, die het geweten en hun plicht hun stelden. Eindelijk lag het doek los op den vaderlandschen bodem. Zorgvuldig werd het opgerold en zoo de veilige bescherming van het betonnen bouwwerk

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 1988 | | pagina 5