*1 - 26 - Wat het eerst opvalt is het verschil tussen het westelijk en het oostelijk deel van onze gemeente. De relatief hoge kreekruggen (of get ij- inversieruggen), zijn dik gezaaid aan de oostkant en nauwelijks aanwezig aan de westzijde. Het is onmiskenbaar, dat deze een belangrijke rol speelden bij de stichting van de 'blijvende' dorpen. Oude Niedorp (plus Terdiek) ligt op een bijzondere uitloper van de hoof dkreekHet is mogelijk, dat men deze smalle strook bij toeval ontdekte, nadat men door wateroverlast elders naar deze plaats werd gedwongen. Een zeer gelukkig toeval. In mijn artikeltje over de Oorsprong van twee Dorpsnamen (Info 6~'86) ga ik er nog van uit dat het Oude Nie-dorp ontstaan zou kunnen zijn dankzij het teloorgaan van het Huygenwaardgebied tussen 1150 en 1250, en dat Nie mogelijk zou kunnen slaan op een water (Ie) ten westen van de zijdewind. Deze laatste opvatting wordt nog onder schreven door M.Hameleers in zijn fraaie boek'West-Friesland in Oude Kaarten' op pag. 10 -uitg.1987 Dat Nie i.e.g. Nieuw kan betekenen wordt bewezen door talrijke plaatsnamen die met Nie of Nij beginnen en duidelijk te maken hebben met nieuwe vestigingen of veroverd land (b.v. Ooster- en Wester- nieland in Noord-Groningen Als we verder de nodige aandacht schenken aan het feit, dat een Dirk II tussen 939 en 988 goederen te Niedorp aan Egmond aanbiedt, bestaat het oude nieuwe dorp reeds lang voordat het Huygenwaard- gebied echt in de problemen komt. (We nemen dan maar aan, dat er geen ander nieuw dorp bedoeld werd..) De bovengeschetste opvattingen over de opschuivende ontginningen laten nu een andere ontstaanstheorie toe: het vroegere 'dorp' is verlaten door de bekende veenontginningsproblemen Mogelijk zijn de voorgangers van de Oudeniedorpers bij de Wester moerbeek begonnen met de exploitatie van 'het' gebied. Nog niet op de rechtlijnige manier van een opstrekkende stroken verdeling, maar gewoon: ieder voor zich in onregelmatige blokken. De naam Kampen in Wester- en Oosterkampenduidt ook op een der gelijke aanpak. Z.g. kampontginningen kenmerken zich eigenlijk door het feit, dat akkers en weidegronden niet in duidelijke eenheden bij elkaar liggen, maar broksgewijs. Pas zuidelijk van de Leijerdijk begon een wat meer regelmatig verloop. Dit zou er op kunnen duiden, dat we hier met een oude veendijk te maken hebben en dat de ontginnende boeren, voor zover ze niet ver spreid op hun percelen woonden (en dat is bij de primitieve blok vormverkaveling normaal) in of om De Leijen woonden. De naam Leijen of Laijen heeft te maken met een oud-Hollands woord voor natuurlijk water: lee of leede. Er kan hier worden gedacht aan n of meer moerasriviertje(s). Juist de meervouds-n suggereert meerdere watertjes. Het is echter niet helemaal uitgesloten, dat het meertje De Rijd vroeger wel De Leijen werd genoemd en als naamgever dienst deed voor een min of meer aanliggend gebied. Bij Hensbroek bestond ook een meertje met deze naam (nu een kunst matige plas)en ten noorden van Drachten (waar het veenstroompje de Lits doorheen liep). We zullen straks zien, dat de eerste mogelijkheid wellicht de juiste i s Tijdens de geleidel ij ke trek naar het zuiden werden de kreekruggen bij 't Veld en Verlaat gepasseerd zonder opgemerkt te worden. Er vond tenminste geen noemenswaardige vestiging plaats. Uiteindelijk vond men de zuidelijke smalle rug. Er ontstond een nieuw dorpje dat mogelijk zo'n duizend jaar stil mocht blijven liggen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 1988 | | pagina 27