- 18 -
De kontributie zal éénmaal in de vier weken worden opgehaald en bedraagt voor
mannelijke leden 44 cent (11 centen per week).
Vrouwen kunnen op dezelfde voorwaarden lid worden of indien de wens daartoe
te kennen wordt gegeven, op een vierwekelijkse kontributie van 20 cent.
In dat geval zal de uitkering 50 cent per werkdag bedragen, dus minimaal 3,
per week.
Indien geen uitkering meer mag plaats hebben, zal het bestuur, wanneer het
betrokken lid de wens daartoe te kennen geeft, aan het gemeentebestuur ver
zoeken om de uitkering voort te zetten en (of) ook het armbestuur of diakonie
in kennis stellen met de toestand.
Financieel beleid.
Men voerde kennelijk een weloverwogen financieel beleid, want in maart 1905
besloot het bestuur om van het kasgeld dat 135,bedroeg, 125,op de
spaarrekening bij de Rijkspostspaarbank te plaatsen en in het vervolg ten
hoogste een bedrag van 10,in kas te houden.
In december 1906 oordeelde men het nuttig te vinden tot aanschaf over te gaan
van een brandvrij ijzeren kistje voor het bewaren van archiefstukken.
Aangezien de prijs van een dergelijk kistje 45,bedroeg vond men het meer
verantwoord om een blikken trommel aan te schaffen, waarvan de prijs slechts
3,bedroeg.
Uitkering bij ziekte.
Aan het reglement werd nogal eens gesleuteld, gepaard gaande met langdurige
en veelvuldige diskussies waarbij vooral de aanvangsdag en duur van de ziekte
uitkering onderwerp van gesprek waren.
Aangaande dit agendapunt werden in 1907 kort achter elkaar zelfs twee algemene
ledenvergaderingen belegd.
Besloten werd, dat ieder lid bij ziekte in een aaneengesloten tijdvak van 12
maanden recht op uitkering had voor hoogstens 78 werkdagen ingaande op de vierde
dag der ziekte.
De uitkering werd gesteld op 0,75 per dag bij ziekte van een man, voor een
vrouw bedroeg dit 0,50 per dag. (Later werden deze bedragen gewijzigd.)
Overigens kon de voorzitter aan de leden mededelen, dat het ziekenfonds
een gift ten bedrage van 40,had ontvangen van de Protestantse Armvoogdij
Nieuwe reglementen.
In april 1912 doet voorzitter M. Kooijman het voorstel om nieuwe reglementen
te laten drukken: "omdat de bestaande vanwege de vele wijzigingen niet toon
baar meer zijn".
Men vindt dit echter niet nodig, omdat de veranderingen toch in de notulen
worden opgenomen. In de algemene ledenvergadering van 28 januari 1913 komt
het voorstel opnieuw aan de orde en wordt dan met algemene stemmen aangenomen.
Het drukken van 100 stuks reglementen kostte bij Gebr. Groot te Nieuwe Niedorp
14,50.
Bij drukkerij "Voorwaarts" 14,en bij Trapman te Schagen 13,
De opdracht werd gegund aan de laagste inschrijver.
Het aantal leden bedroeg toen 39 mannen en 2 vrouwen.
Onder aandrang van de Provinciale bond van Ziekenfondsen sloot het fonds te
Oude Niedorp zich in januari 1914 aan bij dit overkoepelend orgaan. Daar deze
bond "neutraal" was, werd middels een statutenwijziging de naam van het plaatse
lijke fonds gewijzigd in "Ondersteuningsfonds bij ziekte te Oude Niedorp". Het
woord "Protestants" kwam dus te vervallen.
Hoewel de aansluiting bij de Provinciale bond met algemene stemmen werd goed
gekeurd, geschiedde dit toch onder druk der omstandigheden.