- 23 -
In 1922 traden als vennoten toe Gerrit Schoorl en Jan Simon Schoorl, waarmede
de vennootschap Keetman en Schoorl een feit werd. Als vierde vennoot kwam in mei
1924 G.C. Barten in de firma.
De firma Keetman en Schoorl opende in juli 1923 een busdienst tussen Winkel en
Alkmaar. Deze dienst kon worden aangemerkt als tegenzet voor het enkele maanden
eerder door de busonderneming van Rus en Zomer te Heerhugowaard geopende traject
Nieuwe Niedorp-Alkmaar.
De aktiviteiten van de firma Rus en Zomer betekenden een ernstige concurrentie
voor de dienst Winkel-Noord-Scharwoude van Keetman en Schoorl.Het door deze firma
noodgedwongen als tweede busonderneming gaan rijden op het traject Nieuwe Niedorp-
Alkmaar betekende dat de lijndienst voor beide ondernemers verliesgevend was en
geen stand kon houden.
Er werden onderhandelingen aangeknoopt met als resultaat dat de firma Keetman
en Schoorl in april 1925 de concurrerende firma door uitkoop overnam.
Het vooruitzicht op de exploitatie van een lonend bedrijf werd echter teniet
gedaan doordat de voormalige chauffeurs van de firma Rus en Zomer, de heren
J. Biersteker en D. Jonker, eveneens een autobusdienst openden op Alkmaar. Het
zal duidelijk zijn, dat dit een grote tegenvaller was voor de firma Keetman en
Schoorl
De overname van de firma Rus en Zomer had een behoorlijk financieel offer
gevraagd, terwijl er in de praktijk niets veranderde.
Veiligheid in gevaar door concurrentiestrijd.
Het behoeft geen betoog dat het rijden van twee elkaar beconcurrerende bus
diensten op het traject Nieuwe Niedorp-Alkmaar, die notabene ook nog gelijke ver
trektijden hadden, bepaald niet bevorderlijk was voor een betrouwbare en veilige
situatie inzake het openbaar vervoer.
De gelijke vertrektijden van beide busdiensten werkten als spoedig een soort
wedstrijd in de hand met als inzet het van elkaar passagiers trachten af te
snoepen.
Om de veiligheid van zowel passagiers als het verkeer te kunnen waarborgen gaf
de gemeente Alkmaar, als gevolg van dergelijke misstanden, alleen vergunning voor
een vaste stop- en staanplaats in haar stad af, indien de concurrerende busonder
neming 15 minuten later zou vertrekken dan de ondernemer met de oudste rechten.
Zowel de firma Keetman en Schoorl als het gemeentebestuur van Nieuwe Niedorp
ondernamen meerdere pogingen om tot een oplossing van het konflikt te komen.
Ook de Nederlandse Bond van Autobusondernemers trachtte te bemiddelen in
de concurrentiestrijd. Het zal duidelijk zijn dat dergelijke konflikten niet
alleen in onze omgeving voorkwamen,ook elders ontstonden misstanden rond het
openbaar vervoer.
Toen in september 1926 de gewijzigde wet op de openbare middelen van vervoer
in werking trad, kon het Provinciaal Bestuur ingrijpen en regelend gaan optreden.
Gedeputeerde Staten waren van mening dat op het traject Nieuwe Niedorp-Alkmaar
één busonderneming voldoende zou zijn, waarbij de voorkeur uitging naar de firma
Keetman en Schoorl te Winkel.
De belegde besprekingen gaven geen oplossing te zien met gevolg dat Gedeputeerde
Staten min of meer het volgende ultimatum stelden: de firma Keetman en Schoorl
diende als schadeloosstelling aan de firma Biersteker en Jonker de somma van
5.000,te betalen en zou in ruil daarvoor de twee autobussen in eigendom
krijgen. Indien Biersteker en Jonker niet met het voorstel akkoord wilden gaan
en de busdienst op de oude voet zouden voortzetten, dan zouden Gedeputeerde
Staten geen vergunning aan die busonderneming verlenen.
Als gevolg van deze maatregel werd het konflikt op 4 mei 1927 beëindigd.