- 22 -
Een Gelegenheidsgedicht uit 1904.
Gelegenheidsgedichten werden vroeger bij allerlei gebeurtenissen
gemaakt. Een bruiloft was zeker niet compleet zonder een min
of meer toepasselijk dichtwerk, maar de aanleg van een spoorlijn
of het afbranden van een molen was ook een goede aanleiding om
iets op rijm te zetten en in een plaatselijk of regionaal blad
te laten opnemen.
Van dhr. C.Wit veehouder op de bekende Stompekamp aan de Waterings
kant (één van de weinige boerderijen met nog mooie damhekken)
mochten we het gedicht overnemen, dat ter gelegenheid van het
huwelijk van zijn grootouders Zeilemaker - Donker in Winkel werd
gezongen 'op een eenvoudige wijs'.
Een schoolmeester uit Opmeer maakte het. Waarschijnlijk was dit
soort werk een bij verdienste en had hij inmiddels een grote
vaardigheid ontwikkeld en een zekere bekendheid in de wij de om
geving gekregen.
Zijn 'creatie' spreekt ons vooral aan, omdat er allerlei gegevens
in verwerkt zitten die typisch met het Winkel uit het begin van
deze eeuw te maken hebben. Hier volgt het:
Winkel is een winkelhaak,
En het volk houdt van vermaak:
Ziet ze soms bij lange trossen,
Met en door elkander hossen,
Dansen springen van den grond
Lachen met een open mond.
Winkels volk is bij de hand
Want het bluscht vrijwillig brand;
Dat's voorwaar een gunstig teeken,
Het doet luid voor Winkel spreken,
't Is een blijk van hulpbetoon
En die deugd is waarlijk schoon.
Ook in de geschiedenis,
Weten wij wat Winkel is:
^Arnold' moest het daar verliezen;
In den strijd met de Westfriezen;
Winkels volk is fries en vrij!
Dit althans geloven wij.
Winkels wapen is een leeuw,
Zonder brullen of geschreeuw;
Hij waakt trouw voor Winkels rechten,
Wee, die met hem willen vechten,
Weet gij waar dit beestje zit?
In 'de Bosch' bij Arie Wit.
Winkels Burgemeester heeft
Een cultuur waar hij voor leeft:
Bloemen, bloemen, nog eens bloemen,
Laten wij dien man toch roemen -
Bloemen in den levensgaard,
Dan is 't leven 't leven waard.
Winkels Kerk staat in het Oost,
Dat geeft voor het Westen troost:
Uit het Oosten kwamen wijzen -
En de zon gaat daaglijks rijzen -
Uit het Oosten komt het licht
Waar de duisternis voor zwicht.
Winkel heeft een torenspits
Waar geen haan of zwaan op is;
't Is een zeepaard moet je weten,
Eens op Winkels strand gesmeten
Nam dat beestje een hooge vlucht
En nu draait het in de lucht.
Winkel heeft een loterij,
Eenmaal 's jaars, dan trekken zij;
Dan ziet men de lotelingen,
Dezen huilen, genen zingen.
't Was monsieur Napoleon
Die de loterij begon.
Winkels pompenboorderij
Is beroemd, dit weten wij.
Wil je gas, of helder water,
Jaap de Lange maakt geen flater,
Hij is klaar en haalt terstond
Een en ander uit de grond.
Winkels Harmonie floreert,
Waar een 'Egmond' dirigeert;
Hij weet juist de maat te houen,
Op zijn steun kan ieder bouwen -
In de maat, en in den toon,
Dan klinkt Harmonie zeer schoon.
Bij de opening van de Tram,
Was het ook waar 'Egmond' kwam:
Hij bracht hulde met Fanfare
Aan de mannen, aan de schare
Die met zoo'n standvastigheid
Aan dit werk zich heeft gewijd.
Winkel heeft een kaasfabriek
En die werkt zeer magnifiek;
Daar toch bijna alle boeren,
Steeds hun melk daarheen vervoeren,
Gaat het hun wis goed naar 't zin
En het geeft een goed gewin.