- 11 -
Enkele aanbestedingen uit de 18e eeuw van slootwerk onder
Nieuwe Niedorp en Winkel.
Onder slootwerk werd verstaan het afdammen, spitten en
uitmodderen van sloten in de betreffende polders.
Het slootwerk werd gewoonlijk in mei of juni aanbesteed; het sloot
werk daarentegen gebeurde in september, (zie info-blad no 7)
Ook het slootwerk werd openbaar aanbesteed en zoals bij het
krozen gebeurde dit in de open lucht o.l.v. enkele molenmeesters
de penningmeester en de bode van de polder.
Uit 1772 is een met de hand geschreven aanplakbiljet bewaard
gebleven met de volgende inhoud:
Besteding van Slootwerk onder Nieuwe Niedorp en Winkel.
Molenmeesteren van de Oosterpolder onder Nieuwe Niedorp en
Winkel presenteeren publicq te besteeden
ruijm 600 roeden slootwerk, namentlijk de sloot gen: de Veert
beginnende van de Valbrug tot Nieuwe Niedorp (dit was de brug
over de sluis naar de Oosterweg) af tot aan de Molensloot toe
(bij kwekerij Ben Krap).
Item de Molensloot van de molen af (aan de Oosterweg) tot aan de
Winkeler quakelbrug toe (aan het begin van Winkel, ongeveer
tegenover de boerderij van Laan).
Nog de Wirrigsloot onder Winkel liep langs het zwembad De Wirg
in de richting zuid-oost) beginnende van de Westerswet af (liep
vroeger vanaf de Voorsloot van Winkel langs het veilinggebouw
tot aan de Ringsloot in Lutjewinkel) tot aan de Kerker ij d toe
(waar nu de ijsbaan is).
Eijndelijk de Zijdelsloot onder Winkel, beginnende van 't Zeijlke-
brugje af het bruggetje in de Dorpsstraat ter hoogte van
zuivelhandel Hoornstra) tot aan het pijpje in de Zijgerakker toe
(bruggetje in de Limmerschouw ter hoogte van de woning van Porte).
Op vrijdag den 29 meij 1772, 's morgens ter 9 uure van 't Raadhuijs
tot Nieuwe Niedorp voorn:
Seg het voort.
De belangrijkste condities waaronder het werk werd aangenomen
waren dat de aannemers haar aangenomen werk moeten schoonmaken
en opspeten ter wij te soo de sloot jegenwoordig is
met gladde wallen, en voorts op sijn cleijen uijt, de inningslootjes
de z ij slootjes van de uit te modderen sloot) een roed binnen
waarts te speten en de specie te werpen aan weerkanten met 2
voeten schoone kant.
De problematiek van de roede..
Volgens een officiële opgave uit 1825 zouden voor Winkel
en N.Niedorp dezelfde maatverdelingen gelden (zie ook elders
in dit blad). Een morgen zou 0,8516 ha zijn. Een vierkante
roede is een 720e deel. Dat wordt 11,8278 m Een lengteroede
komt dan uit op 3,44 m. In 't algemeen waren roeden tussen de
3 en 4 m, maar dichter bij de 4 dan bij de 3 b.v. 3,8 m.
3,44 m lijkt ons wat weinig. Volgens dhr. S. Kuiper zouden er
42 snees in een ha. gaan. Dan komen we vrijwel op 't zelfde uit.
Maar stelt men dat er 700 vierkante roeden in een ha. gaan, dan
is de uitkomst 3,78 m
Vergelijken we de maten uit dit artikel met de werkelijke af
standen van de genoemde wateren, dan krijgen we vreemde uit
komsten. Misschien weet iemand deze puzzel op te lossen..
j .k.