De Timmerwerf van Smit.
Nog steeds staat de houten timmerwerkplaats aan de Mientweg te
Lutjewinkel fier overeind, maar de pittige geur van houtkrullen
en zaagsel is allang uit de werkplaats verdwenen.
In het begin van de zeventiger jaren beeindigde Ab Smit het
timmerbedrijf. Aan een eeuwenlange molenbouw- en timmer traditie
kwam toen een eind
Uit onderzoek in de archieven van de omliggende polder kwam
naar voren dat deze werkplaats reeds in de 17e eeuw als molen-
makerswerf bekend stond.
Voor een molenmaker was Lutjewinkel een goed gekozen plaats om
zich te vestigen, immers de vijf strijkmolens van de Niedorperkogge
stonden op enkele honderden meters afstand en vanuit de werk
plaats kon men toch al gauw een tiental poldermolens waarnemen.
Er werd niet alleen onderhoudswerk aan de molens verricht, nee,
zelfs geheel nieuwe molens werden gebouwdVerder was er veel
gewoon timmerwerk bij de boeren en burgers. Een nieuwe woning
stond ook wel eens op het programma.
Er zijn jaren geweest dat deze timmerwerf wel een achttal
knechten in dienst had.
Wie zijn er timmerman-molenmaker op deze werf geweest?
Van 1687 - 1719 was dat Floris Corneliszhij had de molens
van de Weerepolder, OosterpolderNederlandspolder en Braakpolder
in onderhoud
1719 - 1743 Jan Stroomer
1744 - 1790 Pieter Stroomer
1791 - 1819 In deze periode was Cornelis Volkertsz. 'baas
timmerman'in Lutjewinkel.
1820 - 1827 Jacob van der Stok Junior.
Na 1827 is Jacob van der Stok waarschijnlijk naar
Nieuwe Niedorp vertrokken om daar een nieuw timmer
bedrijf te beginnen.
1829 - 1850 Klaas Timmerman
1851 - 1870 Klaas Klaij
1870 - 1900 Pieter Koomen
1900 - 1909 de weduwe P. Koomen
1910 - 1921 Pieter Smit
1922 - 1955 Jan Smit Pzn.
1956 - Ab Smit Jsz hij was de laatste timmerman, die het
bedrijf tot 1970 draaiende hield.
De grote timmerwerf bestond uit een langwerpig woonhuis. In de
grote kamer aan de voor zij de werden vroeger de vergaderingen van
het Heemraadschap der Strijkmolens van de Niedorper Kogge gehouden
want Pieter en Jan Smit waren ook opzichter van het reeds genoem
de Heemraadschap.
Naast het woonhuis stond de zeer lange en hoge timmerwerkplaats
met twee balklagen. Rechts van de werkplaats stond dan nog de
open houtloods met ervoor het zand- en grindhok.