Gedurende de zomermaanden wordt door de recreatievaart nog veelvuldig gebruik
gemaakt van het kanaal Omval-Kolhorn.
Op de foto zien we een aantal jachten de sluis bij Kolhorn verlaten in de rich
ting Lutjewinkel.
Een omvangrijk werk dat velen zich zullen herinneren was het graven van het kanaal
Kolhorn - Oudkarspel.
In 1937 werd bij Kolhorn met deze werkzaamheden begonnen.
Het grondwerk moest vrijwel geheel in handwerk met behulp van schop en kruiwagen
worden uitgevoerd.
Ongeveer 500 a 600 werklozen werden dagelijks met bussen vanuit de Zaanstreek
en Haarlem naar het werk gevoerd.
Naast een kern van ervaren arbeiders stonden afgestudeerde academici, middenstan
ders en anderen broederlijk naast elkaar in dit werkobject.
Zoals reeds werd opgemerkt geschiedde het graven en afvoeren van de grond prak
tisch geheel door middel van handwerk. Alleen het graven van de bouwputten ten behoe
ve van de bruggen over het kanaal geschiedde door een dragline.
Bij grondafvoer over grotere afstand werd gebruik gemaakt van smalspoor kiepwa-
gens, getrokken (of geduwd) door een kleine locomotief.
Menige schooljongen uit die jaren,en daar behoort ondergetekende ook bij, zou
veel kunnen vertellen over zijn belevenissen na schooltijd bij dat werk.
In de dorpskernen gaf het rijden van de bussen bij het brengen en ophalen van
de grote aantallen arbeiders veel drukte en tevens voor enkele middenstanders
nog wat extra verdiensten.
Mensen uit onze omgeving werden weinig bii dit werk aangenomen.
De werklozen waren ingedeeld naar klassen; was men van het platteland afkomstig
dan bedroeg het salaris ongeveer 0,22 per uur, kwam men uit de grotere steden
met een hogere levensstandaard, dan kon het salaris oplopen tot 0,35 per uur.
Aat Wit.