- 1
HERINNERINCEN AAN HET TRAMMETJE WOC-NUM-SCHAGEN
Jan Fijnheer en Jan Silver vertellen over het verdwenen trammetje.
Eerst heb ik met Jan Fijnheer uit de Pieter Dekkerstraat in Winkel een
praatje gemaakt over het trammetje Wognum-Schagen, dit naar aanleiding
van het in september onthulde trammonument in de Weere.
Jan Fijnheer heeft meer dan 40 jaar geboerd op de boerderij aan het eind
van het "Dooie End" in Lutjewinkel. Momenteel geniet hij al weer heel wat
jaartjes van ziin A.O.W.
De familie Fijnheer woonde dus vrij dicht bij het Lutter tramstation.
In 1928, toen Hendrik Fijnheer, de vader van Jan, de boerderij van Dirk
Brugman (later Schurer) verliet om naar de boerderij aan het eind van het
"Dooie End" te verhuizen, toen was het al duidelijk dat de tram zijn langste
tijd achter de rug had.
Het besluit om de exploitatie te stoppen was al gevallen. Terugblikkend
in het verleden ziet Fijnheer de stationschef van Lut, Piet Harder tiidens
het melken naar hem toekomen.
Het zal omstreeks 1928 zijn geweest, Harder had een nieuwtje:
"nou Jan de burgemeesters kunnen binnenkort vangen."
Hiermee bedoelde hij dat de gemeentebesturen die veel geld in het tramlijn
tje hadden gestopt, eerdaags wel geld terug zouden krijgen als het spul
werd geliquideerd.
De Stoomtram Schagen-Wognum bij de halte
aan de Mientweg te Lutjewinkel. Deze halte was
ten oosten van de Zuivelfabriek.
Piet Harder was stationschef en moest tevens de spoorburg bedienen.
Zijn woning met wachtlokaal en materiaalmagaziin stond dicht bij de zui
velfabriek "West Friesland".
De reizigers konden rustig hun dorst lessen in het wachtlokaal, want Piet
Harder tapte ook bier in de vrij kleine wachtruimte.
Van deze Lutiewinkeler stationschef annex brugwachter weten we nog wat meer.
Piet Harder kon bar slecht uit z'n bed komen.
Als Fijnheer 's morgensvroeg bij de trambaan zat te melken, maakte hij wel
eens spektakel mee, zoals die ochtend dat het eerste trammetje uit Schagen