MHi&ö VAH MU
OP EIGEN BAAN
HOORN EN SCHAGEN.
Aangezien een toespraak bij een officiële gebeurtenis als regel vrij
kort wordt gehouden en er over de tramlijn Schagen - Wognum in de
archieven meerdere gegevens aanwezig zijn, volgt onderstaand een uit
gebreider informatie over het wel en wee van de tram.
TUSSCHEN
Reeds vóór de totstandkoming van de tramweg in 1898 waren er al plannen
ingediend voor de aanleg van een paardentram en later ook voor een stoom-
tramdienst.
Tot realisering van deze voorlopige plannen kwam het echter niet.
In de enkele tientallen artikelen bevattende voorwaarden, welke in acht
zouden worden genomen bij een eventuele aanleg van de tramlijn, stonden
enige bepalingen die waard zijn te worden opgenoemd.
Dit waren onder andere:
"Artikel 9 De maximum snelheid der tram wordt bepaald op 15 km per
uur.
In de bebouwde kommen zal de snelheid worden verminderd
terwijl de komst van de tram aanhoudend door een schel zal
worden aangekondigd.
Artikel 10: Bij het tegenkomen of voorbij rijden van rijtuigen of paarden
zal de bestuurder van de locomotief geen stoom laten ont
snappen.
Gedurende de eerste 3 maanden na opening van de tramdienst
voor het publiek, zal de tram geheel stil moeten houden
bij het tegenkomen van rijtuigen met één of meer paarden
bespannen. De tram zal te allen tijde onverwijld tot stil
stand worden gebracht wanneer de voerman van een tegemoet
komend rijtuig, de berijder van een los paard of de drijver
van een veedrift daartoe de wens te kennen geeft."
Deze voorwaarden komen ons thans overdreven voor maar met de komst van
de op mechanische wijze voortbewogen vervoersmiddelen, stond men daar
nog zeer wantrouwend en veelal ook afwijzend tegenover.
De aanvragers van een exploitatie-vergunning voor aanleg van een stoom
tramweg wisten al wat hun te wachten stond en namen de beperkende be
palingen uit voorzorg in hun aanvrage op.
In de praktijk kon het alleen maar meevallen als een gemeentebestuur zich
niet al te afwijzend opstelde.