-5- Wordt de schat op de grond van een ander gevonden, dan behoort de schat voor de ene helft aan de vinder en voor de andere helft aan de grondeigenaar. De heersende gedachte dat een muntvondst moet worden afgestaan aan de overheid is dan ook volkomen ongegrond. Wel bestaat er, in verband met de vastlegging van historische gegevens, een meldingsplicht bij de burgemeester. Aat Wit GRAFVELD EN NEDERZETTINGSSPOREN TE BL0CKHU1ZEN In 1982 werden bij het even ten noorden van Zijdewind gelegen buurtschap Blockhuizen, tijdens het ploegen van een stuk land, botten van menselijke skeletten gevonden. Door landeigenaar A.Berkhout en ondergetekende werd een nader onderzoek ingesteld. Met behulp van de grondboor en na het graven van een enkele vierkante meters groot proefgat kon worden vastgesteld dat het hier ver moedelijk een laat middeleeuwse begraafplaats betrof. Met medewerking van eigenaar A.Berkhout en na inschakeling van diverse instanties konden wij, enkele leden van de Archeologische Werkgroep Noord-Holland-Noord, afdeling Schagen, in het voorjaar van 1983 van start gaan met een gedeeltelijke opgraving van het terrein. De firma's Peetoom en Spaansen uit Winkel stelden spontaan en geheel gratis een hydraulische kraan beschikbaar. Met behulp hiervan werd een 2,5 meter brede sleuf over het ongeveer 20 bij 30 meter grote grafveld getrokken. Eveneens werden met behulp van de kraan in de naaste omgeving van het graf veld enkele grote werkputten gemaakt, die tot op de kleilaag werden afge graven. Hierbij troffen wij onder meer enkele brokken tufsteen aan die vermoedelijk afkomstig waren van een middeleeuws kerkje of kapel. De plaats„waar deze eventueel kan hebben gestaan, werd helaas nog niet gevonden. Wel tekende zich duidelijk in de klei het oorspronkelijke verkavelingspatroon af van gedempte uit de middeleeuwen afkomstige kleine slootjes met greppels. Uiteraard is dit in tekening gebracht, mede omdat hieruit bleek dat de oorspronkelijk om het grafveld gelegen sloot werd gedempt om ruimte te geven voor een uitbreiding van de begraafplaats. In de tot 30 cm diepte over het grafveld uitgegraven sleuf werden ver volgens met schop en troffel en na vele dagen arbeid, een 140-tal skeletten van zowel ouderen als kinderen bloot gelegd. Vastgesteld kon worden dat aan de randen van het terrein een grotere afstand tussen de begravingen onderling voorkwam dan in het midden van de begraafplaats. In het midden lagen de skeletten zeer dicht bijeen en merendeels twee- tot vijf niveaus boven elkaar. Aangezien de skeletten zonder uitzondering oost-west gericht lagen met de blik naar het oosten gekeerd en kistrestanten geheel ontbraken, mogen we aannemen dat het grafveld tot omstreeks het jaar 1200 in gebruik is geweest. Grafgif ten waren evenmin aanwezig. De ingebruikname van het grafveld kan omstreeks het jaar 1000 hebben plaats gevonden. Aangenomen mag worden dat er vanuit de wijde omgeving mensen werden begraven Deze plek zal toen en ook nog later aanzienlijk hoger hebben gelegen. Thans ligt er boven de skeletten nog een laag aarde van 30 cm dikte, terwijl de begravingen in de resterende 30 cm, op de klei liggende, aarde zijn samengeperst. Het oorspronkelijke niveau van deze thans nog herkenbare hoger gelegen plek zal door inklinking en oxidatie van de hier vroeger aanwezige veenlaag zeker 1 meter gedaald zijn. Uit een in het gemeente-archief aanwezige "Legger der Landerijen" blijkt dat deze plek in 1683 de naam "Kerkhof" had en toen in gebruik was als wei land -6-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 1983 | | pagina 5