Jan Jans Boorte. 15 jaar jong, overleden op zijn schip.
op 21 december 1701, vertrekt de 18 jarige Dirk naar
Batavia als 'jong matroos'. In 1706 keert hij terug met het
schip 'Diemen'. Hij heeft zijn eerste reis goed volbracht.
Op 25 september 1706 heeft hij 197 gulden, 7 stuivers
en 5 penningen verdiend. Deze worden geïnd door Jan
Gerrits Krijman op basis van een procuratie (volmacht)
door Dirk Jans Coge van Heijloo, gepasseerd door notaris
Petrus Agriola tot Enckhuijsen op 27 augustus 1706. Op
6 november 1708 vertrekt Dirk Jans Cooge weer, nu als
matroos met het schip 'Samson' voor de kamer Amsterdam.
'Samson' gebouwd in 1707 voor de kamer van Amsterdam
op de VOC-werf aldaar. Het schip is vergaan in 1722 tussen
Batavia en de Kaap. De bemanning telde 175-250 koppen.
Hij tekent een maandbrief met als begunstigde zijn moeder
Maartje Gerrits uit Alkmaar. Zij krijgt jaarlijks 3 maanden
van zijn jaarsalaris uitgekeerd. Daarnaast tekent hij ook een
schuldbrief die ook ten gunste van zijn moeder zal komen.
Hij verdient nu 9 gulden per maand.
Hij koopt bij vertrek, op krediet verschillende goederen van
de compagnie: 14 stuivers voor een paar wollen kousen, 3
gulden 16 voor een wollen gemaakt pak, 1 gulden 1 stuiver
voor een paar schoenen en 2 gulden 3 stuivers voor een
hemd. Een kist hoeft hij dit keer niet te kopen.
Vanaf 1710 worden verschillende bedragen overgemaakt,
waarbij Maartje Gerrits eenmaal zelf incasseert en haar
handtekening zet. In februari 1712 overlijdt Dirk Jans Cooge
in het hospitaal te Batavia zonder een testament te hebben
gemaakt. Van de verkoop van zijn goederen komt er een
bescheiden bedrag beschikbaar.
De familiegeschiedenis van Jan Jans Boorte in Heiloo
gaat heel ver terug. We beginnen het verhaal bij de
hospis(hospice) aan de Capel, Gerrit Wilberts Boorte.
Gerrit W. kocht in 1695/1696 de herberg van Claas Cornelis
van der Morsch, alias Koetsier in de Capelbuurt. Als daar,
rond 1713, veel mensen op bedevaart komen, beleeft hij er
gouden tijden. Hij kreeg 4 kinderen uit zijn eerste huwelijk
en hertrouwt in 1711 met Jannetje Jans Engelsman. Uit dat
huwelijk wordt één kind geboren, met de naam Jan Gerrits,
dat in 1712 wordt gedoopt. Rond 1730 gaat de nering rond
Capel minder goed en heeft Gerrit W. moeite zijn hoofd
boven water te houden.
Op 30 april 1731 ligt Gerrit W. wonende 'aan de Capelle'
ziek te bed en maakt zijn testament op voor de schepenen.
Hij prelegateert (voorerving) aan zijn nog minderjarige zoon
Jan Gerrits Boorte de som van 200 caroli gulden in geld,
een bed met zijn toebehoren, een bloed koralen ketting met
een gouden haak, een kerkboekje met twee zilveren slotjes
alsmede alle kleren van zijn moeder Jannetje Jans zaliger
nagelaten en tot haar lijf behoord hebbend. Hij institueert
(instellen) zijn vier kinderen Wulbert, Sijmen, Maartje en
Jan als erfgenaam in de blote legitieme portie. Zijn dochter
Antje, uit een eerder huwelijk, benoemt hij tot zijn enige
en universele erfgenaam in alles wat de testateur met de
dood ontruimt en nalaten zal. Hij benoemt als laatste Jan
Ariens Decker en Reijnier Jacobs Groot, beiden regerend
schepenen, als voogden van zijn minderjarige zoon Jan
Gerrits Boorte. Hij tekent de akte zelf. Gerrit W. sterft in
1731.
Vermoedelijk werkte zoon Jan Gerrits Boorte ergens als
knecht, want hij verwerft verder geen bezit en komt in aktes
niet echt voor. Op 2 juni 1737 trouwen Jan Gerrits Boorte
uit Heiloo en Antje Jans Speck, ook wonend in Heiloo. Zij
krijgen drie kinderen, waarvan op 18 februari 1742 Jan Jans
Boorte als laatste wordt gedoopt. HIer begint het verhaal
van onze VOC-ganger Jan Jans Boorte.
In 1738 en 1739 hadden armenvoogden zich al over de
familie van Jan Gerrits Boorte otfermd. Uit de diverse
uitgaven in 1739 en een grote betaling van meer dan
90 gulden in 1740, blijkt dat Jan Gerrits enige tijd goed
ziek moet zijn geweest. In 1743 wordt ook voor het eerst
gesproken over de weduwe Jan G. Boorte, terwijl in 1744
ook blijkt dat de armenvoogden de huur en onderhoud
betalen van het huisje waar zij in woont.
Het jaar 1747 moet schokkend zijn voor Jan. Zijn oudere
broer Gerrit Jans Boorte overlijdt en zijn moeder vertrekt
naar buiten de banne. Jan Jans Boorte wordt in de kost
gebracht bij niet familieleden. Hij is dan 5 jaar oud. De
armenvoogden rapporteren dat Jan bij mensen in de (Witte)
Kerkbuurt in de kost wordt gebracht. De langste tijd is hij
besteed bij Albert Jans Molenaar.
Over de gezondheid van Jan zijn twijfels, in 1752 wordt voor
de chirurgijn uit Limmen 8 gulden 12 stuivers voor iets aan
zijn arm betaald. In 1756 wordt nog eens 6 gulden 6 stuivers
aan meesterloon voor chirurgijn Toulouse uitgegeven.
In 1756 na de medicatie moet het plan zijn ontstaan om Jan
Jans naar de oost te laten vertrekken. De armenvoogden
geven diverse kosten uit om met paard en wagen naar
Hoorn te gaan en Jan Jans daar te laten inschrijven voor
een reis.
Op 16 mei 1757 is het dan zover. De 15 jarige Jan vertrekt
met het schip 'Getrouwigheid' van de kamer Hoorn als
hooploper (ongeoefend matroos), Hij verdient 7 gulden
per maand. Naast de kist van 3 gulden 10 stuivers en zijn
handgeld van 14 gulden heeft hij een schuldverklaring
7